Meerjarige proeven bij Viaverda, B3W en telers bewijzen dat beredeneerd bemesten met stikstof tal van voordelen biedt. Zo kan je je stikstof bemestingsruimte op bedrijfsniveau beter invullen, mogelijks kunstmeststoffen besparen en een lager nitraatresidu behalen, en hoef je geen verlies van opbrengst te vrezen. Deze beredeneerde aanpak omvat drie stappen:
Werk per perceel
Bij de opmaak van het bemestingsplan in het voorjaar moeten we rekening houden met de stikstof behoefte van de aardappelen enerzijds en de verwachte stikstof levering op onze percelen anderzijds. Deze stikstof levering uit onder andere oogstresten, groenbemesters en mineralisatie van organische stof kan sterk variëren van perceel tot perceel. Daarom is het zinvol om niet al je aardappelpercelen gelijk te bemesten, maar de bemesting te differentiëren tussen je percelen. Een goede schatting van hoeveel je moet bemesten per perceel kan je berekenen aan de hand van het boekje ‘eerste hulp bij de basisbemesting van aardappelen’ dat ontwikkeld werd binnen B3W.
Start met minder
Omdat het weer een grote invloed heeft op de hoeveelheid stikstof die er exact vrijgesteld kan worden in de bodem en de werkelijke stikstof levering uit organische bemesting 10 tot 20 % kan afwijken van de forfaitair vastgestelde waarden, is het bij late aardappelen aangeraden om bij het planten niet de volledige berekende stikstof bemesting toe te passen, maar nog ruimte te voorzien om tijdens het seizoen bij te sturen. Concreet betekent dit dat je bij het planten slechts 70 % van de berekende bemesting toepast OF indien je de berekening per perceel niet maakte je de bemesting bij planten beperkt tot maximaal 150 eenheden stikstof per ha.
Voor (half)vroege aardappelen is het groeiseizoen te kort om de bemesting tijdens het seizoen nog bij te sturen. Daarom adviseren we bij deze rassen de volledige berekende bemesting bij planten toe te passen en na de oogst snel een vanggewas in te zaaien om eventueel achtergebleven stikstof uit de bodem op te nemen.
Bemest bij op advies
Tijdens het groeiseizoen kan je vervolgens de bemesting in late aardappelen bijsturen op basis van een bodem (en/of gewas) analyse. Concreet dien je zo’n een staal voor bijbemestingsadvies te nemen, zo’n twee weken na de opkomst, wanneer de individuele aardappelplanten een diameter van 10-15 cm hebben. Op basis van de gemeten minerale N voorraad, formuleert het labo vervolgens een bijbemestingsadvies. Dit advies kan je afhankelijk van de grootte ervan invullen met korrelmeststoffen of bladmeststoffen. De kostprijs van zo’n bijbemestingsadvies, inclusief staalname, bedraagt € 50-60. Dit bedrag wordt makkelijk terugverdiend door een mogelijke besparing op kunstmeststoffen en het optimaler invullen van de stikstof bemestingsruimte op bedrijfsniveau.
Tip
Om je stikstof bemesting optimaal te laten renderen, is het van groot belang dat je percelen in een algeheel goede gezondheid verkeren. Dit betekent zorg dragen voor een goede bodemstructuur en aan de hand van de bouwvoor analyse streven naar een goede pH en een correcte bemesting met andere elementen zoals kalium.
SAMENGEVAT
Late aardappelen
1. Bereken de benodigde stikstof bemesting per perceel
2. Verlaag de bemesting bij planten tot 70 % van de berekende bemesting OF beperk de bemesting bij planten tot maximaal 150 eenheden stikstof per ha indien je de berekening per perceel uit stap 1 niet maakte
3. Bemest bij volgens advies dat volgt op een bodemanalyse, genomen wanneer de aardappelen 15 cm groot zijn
(Half)vroege aardappelen
1. Bereken de benodigde stikstof bemesting per perceel
2. Geef de volledige bemesting bij planten, gefractioneerd bemesten is hier niet mogelijk gezien het korte groeiseizoen
3. Zaai na de oogst snel een vanggewas in om eventueel achtergebleven stikstof uit de bodem op te nemen
