Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Stikstofinhoud van aardappelpercelen die niet gerooid zijn

Stikstofinhoud van aardappelpercelen die niet gerooid zijn
Print

Jammer genoeg zijn in 2023 op heel wat percelen aardappelen niet gerooid geraakt omwille van de aanhoudende natte weersomstandigheden. Deze aardappelen zijn op de meeste plaatsen slechts ten dele weggerot tijdens de winter. De nutriënten die daaruit zijn vrijgekomen zullen dus maar deels zijn uitgespoeld uit de bodem. Dat betekent dat er op sommige plaatsen nog heel wat nutriënten kunnen vrijkomen. Daarbij is het met name voor stikstof van belang dat u de bemesting op de volgende teelt corrigeert voor deze bijkomende vrijstelling, om te voorkomen dat u in het najaar risico loopt op een te hoog nitraatresidu. Maar ook voor minder uitspoelingsgevoelige nutriënten zoals kalium kan u verwachten dat er dit jaar behoorlijk wat zal vrijkomen uit de knollen.

 

Rooien is aangewezen

Controle van de niet-gerooide velden is nodig. Daar waar nog intacte knollen aanwezig zijn, is het vanuit fytosanitair oogpunt aanbevolen de resterende knollen te oogsten. Zoniet krijgen aaltjes, bodemschimmels, Phytophthora, coloradokever, ... alle kansen. Mogelijk zal het u in de toekomst meer gaan kosten om deze ziekten en plagen te bestrijden, dan om nu nog te rooien.

Als u toch besloten heeft om de aardappelen niet meer te rooien, kan u zodra uw bodem het toelaat de aardappelen gaan vernietigen, bijvoorbeeld door ze kapot te frezen. Om de vrijstelling uit de aardappelen te begroten kan u een inschatting maken van hoeveel ton knollen er nog aanwezig waren op het einde van de winter, met inbegrip van de rotte knollen. Uit metingen die hieronder worden toegelicht, blijkt de stikstofinhoud in aardappelknollen voor 2023 gemiddeld 2,6 kg N per ton te bedragen. Dus als er nu bij de start van de lente bijvoorbeeld nog 20 ton knollen aanwezig zijn, mag u rekenen op een potentiële vrijstelling van 52 kg N/ha. 
Het blijft echter onzeker hoeveel minerale stikstof er in de bodem achtergebleven is uit de eerder weggerotte knollen. Daarom is het aangewezen om een bodemstaal te laten nemen, waarbij u een bemestingsadvies ontvangt. Om de verdere vrijstelling tijdens het seizoen op te volgen, kan u - indien de teelt het toelaat - de bemesting gefractioneerd uitvoeren op basis van bijkomende grondstalen en bijbehorende bemestingsadviezen. 

 

Metingen

Vorig jaar werden in het kader van het project MiNiMax de opbrengsten en stikstofopnames van aardappelen bepaald op 10 locaties in Vlaanderen. Hiertoe werden in het najaar telkens proefrooiingen gedaan waarbij zowel loof als knollen werden geoogst en gewogen. Na drogen werd ook de stikstofinhoud geanalyseerd. Aangezien het over verschillende aardappelrassen, bodemtypes en oogsttijdstippen gaat, lopen de resultaten ver uiteen (zie grafiek 1). De bruto knolopbrengsten uit onze proefrooiingen lagen tussen 40 en 76 ton/ha en de totale N-opname tussen 140 en 264 kg N/ha. De rassen worden hier niet weergegeven aangezien we voor enkele rassen slechts één perceel opvolgden.

 

 

Kijken we naar de stikstofinhoud per ton geoogste knollen, dan blijkt de variabiliteit nog enigszins mee te vallen: deze lag voor de knollen zelf tussen de 2,2 en 3,2 kg N per ton (zie grafiek 2). De variabiliteit binnen eenzelfde ras was daarbij even groot als tussen de verschillende rassen. Indien we ook rekening houden met de stikstofinhoud van het loof, dan bekomen we een totale opname van 2,8 tot 4,3 kg N per ton geoogst product. De variabiliteit is hier iets groter omwille van de verschillen in afrijping van het loof op het moment van de proefoogst. 

 

De stikstofopname uitgedrukt per ton knollen vertoont bovendien geen positief of negatief verband met de opbrengst zelf: dit wordt aangetoond door het horizontale verloop van de meetpunten in grafiek 3. Dit houdt in dat u onafhankelijk van uw oorspronkelijke opbrengst rekening kan houden met een gemiddelde stikstofinhoud van 2,6 kg N per ton knollen.

Comments are only visible to subscribers.