In 2023 legden we, met steun van telersverenigingen Vegras en Ingro, een stikstofbemestingsproef aan in wortelen. De proef werd aangelegd op een proefveld te Kruisem. De variëteit Nerac (Bejo) werd gezaaid op 19 april 2023.

Het is geen evidentie om voor wortelen een goed nitraatresidu te bekomen tijdens de nitraatresiducampagne van de VLM. Dat halen we uit het nitraatresidurapport van 2022. Wortelen gevolgd door een vanggewas halen een nitraatresidu van 77 kg:/ha NO₃-N maar zonder vanggewas eindigen ze gemiddeld op 101 kg/ha NO₃-N.

Wortelen behoren tot de teeltgroep groenten III. In 2023 zit een gebiedstype 3 perceel bestaande uit een zandbodem aan een maximale gift van 92 eenheden werkzame stikstof, bedrijfsniveau achterwege gelaten. Is dit nog voldoende om kwalitatieve wortelen te kunnen telen gekoppeld aan een goed nitraatresidu bij oogst? We hebben het getest door in de proef verschillende startdosissen stikstof (al dan niet met een toepassing van runderdrijfmest) en verschillende doseringen in de bijbemesting toe te passen. Dwars op de verschillende stikstoftrappen lagen ook gewasbespuitingen met bladvoedingen en biostimulanten aan.

De basisbemesting met 70 eenheden stikstof kende een tijdelijke achteruitgang in volume maar haalde deze in tijdens het seizoen. De gewasbespuitingen hadden een tijdelijk positief effect op loofvolume en loofkleur. Maar tegen het einde van de teelt werden de visuele gewasverschillen kleiner.

Wortelen behaalden een hogere opbrengst indien een stikstofbemesting gegeven werd (zie figuur). Er waren geen significante verschillen tussen de bemestingsvormen onderling. De behandeling 70 eenheden stikstof bij de start met kunstmest en de behandeling 25 ton/ha runderdrijfmest met bijbemesting van 54 eenheden stikstof behaalden een hogere opbrengst dan geen stikstoftoediening. Met deze laatste behandeling overschreden we de bemestingsnorm, indien bedrijfsniveau niet mogelijk is. 70 eenheden stikstof bij start zorgde voor een hoger percentage misvormde wortels.

De gewasbespuitingen zorgden voor onderlinge verschillen naar opbrengst en sortering maar er waren geen significante verschillen met wanneer er geen gewasbespuiting toegepast was.

Alle objecten eindigden met een nitraatresidu bij oogst, tijdens de controlecampagne, ver onder de norm van 85 kg/ha NO₃-N. De proef behaalde een gemiddeld nitraatresidu van 19 kg/ha NO₃-N.

Onder de klimaatsomstandigheden van 2023 was het mogelijk om op de lemige zandbodem gemiddelde opbrengsten te behalen van 74 ton/ha, met het grootste deel in de 24-42 mm sortering, en ook een laag nitraatresidu te bekomen bij oogst.

Het volledige verslag van de proef kan je hieronder terugvinden.

Meer info

Lore Lauwers