Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Effect van fractioneren van N-bemesting

Effect van fractioneren van N-bemesting
Print

Bevindingen uit 2024

Binnen het Landbouwcentrum Aardappelen worden verschillende maatregelen geëvalueerd die kunnen leiden tot een verlaging van het nitraatresidu. Zo werd in veldproeven in 2024 gekeken naar het effect van het al dan niet fractioneren van de bemesting aan de hand van:

  • een (30%) verlaagde basisbemesting en 
  • bijbemesting met korrelmeststoffen of bladbemesting al dan niet met een ureaseremmer om vervluchtiging te voorkomen. 

 

Doel

Het doel was om al deze strategieën te evalueren naar opbrengst en kwaliteit van de aardappelen enerzijds en nitraatresidu anderzijds. Concreet werd in 2024 op 2 locaties (Bertem en Lennik) een veldproef aangelegd met volgende objecten:

  1. Bemesting tot advies, volledig voor het planten met KAS
  2. Bemesting tot advies, gefractioneerd met KAS
  3. Bemesting tot 70% advies, volledig voor het planten met KAS
  4. Bemesting tot 70% advies, gefractioneerd en bijbemesting met KAS 
  5. Bemesting tot 70% advies, gefractioneerd en bijbemesting met ureum* 
  6. Bemesting tot 70% advies, gefractioneerd en bijbemesting met novurea* 

*Ureum en Novurea werd opgelost en als bladmeststof toegediend

Op beide locaties was de nitraatvoorraad in de bodem in het voorjaar laag wat resulteerde in een stikstofbemestingsadvies van 200 kg N/ha voor Bertem en 210 kg N/ha voor Lennik. In Bertem werd de proef aangelegd in de variëteit Fontane, in Lennik in de variëteit Challenger.

 

Resultaten

Ondanks dat de aardappelen door het natte voorjaar relatief laat konden worden gepoot (30/04 in Bertem en 20/05 in Lennik), werden relatief hoge opbrengsten gehaald. In Bertem bedroeg de opbrengst bij de bemesting volgens advies gemiddeld 66,7 ton/ha en in Lennik 63,1 ton/ha. 

Tussen de verschillende bemestingsdosissen konden geen statistisch significante verschillen worden vastgesteld maar er werden wel enkele trends waargenomen. 
Zo is bij beide percelen de opbrengst in 2024 gemiddeld het hoogst waar het volledig advies werd toegediend (object 1 en 2). In beide gevallen is de opbrengst bij het fractioneren van de bemesting volgens advies nog 3% hoger dan waar het volledig advies al werd toegediend voor het planten.
Bij de objecten waar bemest werd tot 70% van het advies (object 3 tot 6) is de opbrengst gemiddeld zo’n 5 tot 10% lager. Er was geen duidelijk voordeel van de toepassing van Ureum of Novurea t.o.v. KAS.

Wat betreft de kwaliteit van de aardappelen vertoonde de sortering in grote lijnen dezelfde trend als de opbrengst. Het drogestofgehalte en stikstofgehalte van de knollen waren bij beide percelen gelijkaardig voor alle objecten.
Het nitraatresidu (0-90 cm) was bij beide percelen laag en niet statistisch significant verschillend tussen de objecten.
In Bertem was het residu bij object 1 (100% advies voor planten met KAS) gemiddeld wat hoger dan dat van de andere behandelingen maar nog steeds lager dan de strengste eerste drempelwaarde.
 

Deze proeven kaderen in het programma van het Landbouwcentrum Aardappelen (gefinancierd door de Vlaamse Overheid).

 

 

 

Vorig Artikel Trans-Control: Agro-ecologische transitie met geïntegreerde en biologische plaagbestrijding
Volgend Artikel Gezocht: telers/bedrijven om Bokashi te maken

Bekijk de publicatie

Comments are only visible to subscribers.