Hoe bemesten in biologische landbouw?
Bioboeren beperken zich voor hun bemesting vooral tot dierlijke mest en organisch materiaal gezien in de biolandbouw alle kunstmeststoffen wettelijk verboden zijn. Als aanvulling hierop is een toepassing van een strikt noodzakelijke hoeveelheid, specifiek voor biologische landbouw toegelaten, organische meststoffen (bio-korrelmeststof) of bodemverbeteringsmiddelen mogelijk. Bepaalde preparaten op basis van niet genetisch gemodificeerde micro-organismen zijn ook toegelaten om de bodemgesteldheid en de nutriëntenbeschikbaarheid te verbeteren. We bemesten net voldoende om een goede productie en kwaliteit te bekomen zonder dat er stikstofresidu’s overblijven.
Er zijn nog heel wat vragen rond de optimale N-voorziening van vruchtgroenten. In 2023 onderzocht het proefcentrum Viaverda de invloed van verschillende types basis- en bijbemesting op het stikstofverloop in de bodem en het gewas in een biologische tunnelteelt van paprika. Zo willen we biologische boeren handvaten bieden om de N-efficiëntie van hun bedrijfssysteem verder te optimaliseren met als dubbele win zowel een stabielere opbrengst als een (nog) lager nitraatstikstofresidu in het najaar.
Als basisbemesting worden in deze proef bokashi en compost vergeleken, al dan niet aangevuld met korrelmeststof (OPF-granulaat en/of Biomix 1). Het toevoegen van mestkorrels tijdens het groeiseizoen levert mogelijk een meerwaarde naar opbrengst.
Compost bestaat uit groene en bruine plantaardige resten die door micro‐organismen tot humus zijn omgevormd. Compost is het resultaat van een aeroob proces (met zuurstof) dat gecontroleerd en aangestuurd wordt.
Bokashi betekent in het Japans goed gefermenteerd organisch materiaal. In tegenstelling tot compost is bokashi het product van een anaeroob proces, waarbij vers (bijna uitsluitend groen) organisch materiaal door een melkzuurfermentatie gemaakt wordt.
Dierlijke versus plantaardige meststof
OPF-granulaat (NPK 11:0:5 + micronutriënten) bestaat uit plantaardige gefermenteerde reststromen. Circa 50% van de stikstof komt vrij gedurende de eerste 30 dagen, de overige 50% komt nadien langzaam vrij.
Biomix 1 (NPK 10-3-0) bestaat uit haar- en diermeel. Het is een traagwerkende stikstofmeststof want de stikstof komt gedurende 3 maanden geleidelijk vrij.
Bemestingswijze
De paprikaplanten werden geplant op 10 mei 2023 en bleven tot 12 oktober staan.
Figuur 1 geeft een overzicht van de zes vergeleken bemestingsstrategieën. Er werd algemeen een maand voor het planten bemest met 500 kg/ha Vivikali en 19,3 ton/ha compost, uitgezonderd voor object 1 waar bokashi-strooisel (19,3 ton/ha) werd toegediend (op 6 april). Net voor het planten ontstond echter een technisch probleem met de beregening. Over alle plots heen werd overmatig beregend. Een bodemstaal gaf aan dat bijna alle minerale stikstof was weggespoeld uit de bovenste bodemlaag (0-30 cm).
Alle zes objecten zijn hierna daarom bijbemest met Vivikali tot 100 eenheden K2O/ha (op 19 mei). Op basis van een tussentijds bodemstaal kregen objecten 3 tot 6 kort na het planten (op 19 mei) een extra bemesting tot 100 eenheden N /ha met korrels (respectievelijk OPF, Biomix of combinatie 50% OPF/50% Biomix). Object 6 is het enige object dat halverwege juli nog een tweede maal bijbemest werd met 50 kg N/ha uit OPF.
Figuur 1. Toegepaste bemestingsstrategieën in de verschillende objecten
(Tip: Klik met de rechtermuisknop op de figuur --> kies "afbeelding openen in een nieuw tabblad" om de afbeelding te vergroten)
Bleke bladeren zonder bijbemesting net na planten
We beoordeelden het gewas op uniformiteit, bladkleur en gewasgezondheid. Eén maand na het planten zagen we duidelijke verschillen in bladkleur en gewasgezondheid. Planten die als bemesting enkel Vivikali en bokashi (object 1) of compost (object 2) kregen, stonden initieel het bleekst. De bladkleur leek zich later bij deze objecten te herstellen. Na het initiële N-tekort kwamen immers extra voedingstoffen vrij door toenemende mineralisatie en extra toevoeging Vivikali. Het object dat OPF toegediend kreeg, stond daarenboven in het begin iets donkerder dan het object bemest met Biomix. Dit lijkt aan te geven dat stikstof uit OPF sneller vrijkomt.
Figuur 2. Cumulatieve marktbare opbrengst aan rode vruchten
(Tip: Klik met de rechtermuisknop op de figuur --> kies "afbeelding openen in een nieuw tabblad" om de afbeelding te vergroten)
Geen significante opbrengstverschillen
Doorheen de proef werd de marktbare en niet-marktbare opbrengst bijgehouden. Figuur 2 geeft de marktbare opbrengst weer. De objecten die een bemesting OPF kregen net na het planten (objecten 3 en 6) leken vroeg in het seizoen het productiefst. Aan het einde van de teelt (12 oktober) leek object 6 (strategie met extra bijbemesting) de grootste marktbare opbrengst te realiseren, gevolgd door object 1 (bokashi). De opbrengstverschillen tussen de verschillende bemestingsstrategieën bleken echter niet significant.
Bacteriën en schimmels zetten mineralen uit meststoffen vrij
Bij het bemesten van een bodem zijn de voedingstoffen uit de meststoffen niet onmiddellijk opneembaar door de planten. De voedingsstoffen worden opneembaar via het proces van mineralisatie. Daarbij is een voldoende hoge bodemtemperatuur (boven 10 °C) en voldoende vocht belangrijk. Organische verbindingen zoals plantenresten, afgevallen bladeren … worden in of op de bodem door micro-organismen omgezet in anorganische (minerale) verbindingen (bijvoorbeeld nitraat en ammonium). Zo kan een bodem met een actief bodemleven zorgen voor gezonde planten!
We brachten in deze proef de stikstofbalans in kaart door de totale N-input (via bemesting) en N-export (via geoogste paprika en afgevoerde planten) te bepalen en de aanwezige minerale N in de bodem te meten. Aan de hand van deze gegevens konden we de mineralisatiesnelheid berekenen, uitgedrukt in kg N per ha per dag die vrijgezet werd uit de organische stof in de bodem en de toegepaste organische bemesting. De mineralisatiesnelheid duidt aan hoe snel N beschikbaar wordt voor de plant. Afhankelijk van de behoeften in bepaalde stadia van de plant en de weerscondities heeft een plant op bepaalde momenten meer of minder stikstof nodig.
De mineralisatiesnelheid was 1 kg N/ha/dag in het object compost zonder bijbemesting. Tweemaal bijbemesten met OPF (150 kg N /ha) zorgde voor 0,6 kg N/ha extra mineralisatie per dag. Maar de organische korrels lieten gemiddeld ook 53 kg /ha méér minerale reststikstof achter in de bodem. Omdat niet significant méér paprika werd geproduceerd, kan gesteld worden dat in deze omstandigheden nog eens 50 kg N/ ha bijbemesten halfweg juli niet meer nodig was. De extra bemesting zorgde louter voor een hoger nitraatstikstofresidu in de bodem dat kan terechtkomen in het grondwater.
Figuur 3. Mineralisatiesnelheid en stikstof balans
(Tip: Klik met de rechtermuisknop op de figuur --> kies "afbeelding openen in een nieuw tabblad" om de afbeelding te vergroten)
Besluit
Compost is van belang voor het behoud van de bodemorganische stof en het stikstofleverend vermogen van de bodem. Korrelmeststoffen toevoegen zorgt niet voor extra opbrengst, maar de planten zijn wel donkerder gekleurd. Twee keer mestkorrels strooien leidt tot een hoger nitraatstikstofresidu.
Neem dus voldoende bodemstalen, bekijk het gewas, bemest doordacht om zo weinig mogelijk stikstof verloren te laten gaan en toch een optimale productie na te streven.
Meer info
An Van de Walle - 09 381 86 82
Dit onderzoek gebeurde in het kader van het demonstratieproject ‘Bio bemestingspraktijk borgt goede waterkwaliteit’.