Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Na de serre nu ook kurkuma in onverwarmde tunnel opgeplant

Na de serre nu ook kurkuma in onverwarmde tunnel opgeplant
Print

Na twee jaar succesvol kurkuma telen in de verwarmde kas, werden dit jaar voor het eerst ook de mogelijkheden van de kurkumateelt in een onverwarmde tunnel bekeken. De kurkumaplanten groeiden goed, maar de opbrengst lag toch lager dan de opbrengst uit de verwarmde kas in 2021. Een goede voorkieming bleek opnieuw belangrijk. De rhizomen van verschillende herkomsten toonden duidelijke verschillen in opbrengst en kleur. Er lag ook opnieuw een proef aan in de verwarmde serre zodat we kosten en opbrengsten kunnen vergelijken. Over deze proef en de vergelijking tussen serre en tunnel berichten we binnenkort.

 

Verschillende herkomsten met uiteenlopende curcuminegehaltes

In het kader van het Interreg-project CurCol ligt de focus van de kurkumateelt op de productie van curcumine, de natuurlijke gele kleurstof van kurkuma. Het ras kan een grote invloed hebben op het curcuminegehalte. Omdat kurkuma geen duidelijk afgelijnde rassen kent zoals dat bij heel wat gewassen wel het geval is, benoemen we de variëteiten volgens de herkomst van de kurkumaplanten.

Eerdere analyses toonden aan dat de rhizomen waarmee PCG de voorbije jaren werkte (herkomst ‘PCG’) een laag curcuminegehalte hadden. Daarom kozen we er in 2022 voor om in de onverwarmde tunnel een proef aan te leggen met deze bewaarde rhizomen uit 2021 aangevuld met twee andere herkomsten waarvan na analyse bleek dat ze heel wat meer curcumine bevatten. Dit zijn de herkomsten ‘NEXTgarden’ en ‘Claus’. De herkomsten ‘PCG’ en “NEXTgarden” werden voorgekiemd op het proefcentrum. De herkomst ‘Claus’ werd ingekocht als planten. Door deze verschillen in startmateriaal zijn resultaten van de drie herkomsten qua curcuminegehalte niet één op één te vergelijken. De planten werden op 29 april 2022 geplant in de tunnel. Na een teeltperiode van zes maanden werd de kurkuma op 31 oktober en 2 november geoogst en de opbrengst beoordeeld. We bekeken de invloed van de herkomst op de opbrengst en het curcuminegehalte.

 

Verschillen in opbrengst en kleur tussen verschillende herkomsten

Tijdens de teelt in onverwarmde tunnel waren visuele verschillen zichtbaar tussen de planten met verschillende herkomsten: de ‘NEXTgarden’ planten leken opmerkelijk kleiner in vergelijking met de andere planten. Toch waren deze verschillen niet statistisch aantoonbaar. Het verschil in herkomst uitte zich ook in het al dan niet bloeien van de plant. De planten met de herkomst ‘PCG’ bloeiden uitbundig, terwijl de andere herkomsten geen bloemen vormden tijdens hun teelt in de onverwarmde tunnel.

Ook bij de oogst bleven de verschillen zichtbaar aanwezig. De ‘NEXTgarden’ planten leken meer stengels gevormd te hebben, al was dit verschil opnieuw niet statistisch aan te tonen. De herkomst ‘Claus’ had de grootste gemiddelde opbrengst met 68 ton rhizomen/ha. Dat was een significant hogere opbrengst dan de 27 ton/ha van herkomst ‘NEXTgarden’. De herkomst ‘PCG’ zat met een gemiddelde opbrengst van 61 ton rhizomen/ha dicht bij de opbrengst van herkomst ‘Claus’.

De kleur van de rhizomen van de herkomst ‘PCG’ was veel minder sterk oranjekleurig dan de andere herkomsten. Aangezien de gele stof curcumine verantwoordelijk is voor de kleur van de rhizomen, verwachten we dat deze lichtgekleurde rhizomen minder curcumine zullen bevatten. Resultaten van de curcumine-extracties, uitgevoerd door onze partner Avans Hogeschool, moeten deze hypothese nog verder bevestigen.

De hoogste opbrengst die behaald werd in deze proef in onverwarmde tunnel (508 g rhizomen/plant) ligt een heel pak lager dan de opbrengst van de proeven van de voorbije twee jaar in de verwarmde serre (1.174 g rhizomen/plant in 2020 en 1.299 g rhizomen/plant in 2021).  Een vergelijking van de opbrengst uit de serre van dit jaar met de tunnel verschijnt binnenkort in de nieuwsbrief.

 

Eerste machinale oogst met aardappelrooier

De voorbije jaren werden de kurkumaplanten steeds handmatig geoogst met een spitvork. Omdat dit een tijdrovende en fysiek belastende handeling is, werd bij de oogst van deze proef bekeken of het ook mogelijk was om de rhizomen op machinale wijze uit de grond te krijgen. Het loof werd eerst afgemaaid met een bosmaaier waarna de rhizomen werden geoogst met een tweerijige aardappelrooier. Dat bleek een eenvoudige en snelle manier te zijn om de rhizomen daadwerkelijk uit de grond te krijgen en lijkt de arbeidsduur aanzienlijk te verminderen. We vermoeden wel dat machinaal geoogste rhizomen iets minder goed bewaren. Deze oogstmethode is ook niet mogelijk in onze verwarmde serre door de verwarmingsbuizen die tussen de rijen liggen. Het opschonen en wassen van de rhizomen blijft een taak die na de machinale rooi nog handmatig moet gebeuren.

 

Meer info

Lisa Heyman