Gember (Zingiber officinalis) en kurkuma (Curcuma longa) zijn twee kruiden die behoren tot eenzelfde familie, genaamd Zingiberaceae
Op 8 april 2020 werd voor het eerst kurkuma en gember geplant op PCG om na te gaan of deze oorspronkelijk Aziatische kruiden ook goed kunnen groeien in onze Vlaamse serres. Gember (Zingiber officinalis) en kurkuma (Curcuma longa) zijn twee kruiden die behoren tot eenzelfde familie, genaamd Zingiberaceae.
De aanpak om deze kruiden te telen lijkt dan ook sterk op elkaar waardoor het eenvoudig is om ze samen te telen in één serre. Beiden hebben een vrij lange teelt van circa 8 maanden en groeien het best bij een temperatuur van 19-27 °C en RV van 70-90 %. Bij deze omgevingsomstandigheden kunnen de knollen uitgroeien tot planten die meerdere gember- of kurkuma-rhizomen vormen.
De proef bestond uit vier objecten die verschilden van elkaar op vlak van plantdichtheid (10 planten/m2 vs. 12.5 planten/m2) en of er al dan niet mulching was toegepast. Mulching of het bedekken van de bodem met een laag compost, leidde tot een groter gewasvolume bij de behandelde planten. Hiernaast konden we ook bij de plots met compost een reductie in onkruid- en mosgroei vaststellen ten opzichte van de plots zonder compost.
Foto: Gemberknollen
Foto: Kurkumaknollen
Foto: Kurkuma en gember 4 maanden na planten
Foto: Kurkuma en gember 6 maanden na planten
Op 2 en 3 november 2020, ongeveer 7 maanden na plantdatum, werd de kurkuma en gember geoogst. Dit bleek vrij arbeidsintensief, aangezien alle knollen en wortels gewassen werden om rot en schimmel te vermijden tijdens opslag. De gemiddelde opbrengst van gember bedroeg 33.9 ton/ha, terwijl deze van kurkuma maar liefst 55.4 ton/ha haalde. Er was een opmerkelijk verschil in opbrengst tussen de kurkumaplanten die groencompost gekregen hadden (67.7 ton/ha) in vergelijking met deze die dit niets gekregen hadden (30.9 ton/ha). Gemiddeld gezien konden we van elke opgekomen gemberplant 352 gram oogsten, maar dit kon sterk variëren aangezien er planten waren die meer dan 1.5 kg gember opbrachten. De variatie in opbrengst tussen planten was nog meer uitgesproken bij de kurkuma, waar we gemiddeld 1.15 kg kurkuma rhizomen konden oogsten van één plant, maar dit gewicht kon oplopen tot 4 kg. We vermoeden dat deze variatie te maken heeft met de plantwijze van de moederrhizomen en zullen dit in de volgende teelt onderzoeken. De verschillende geteste plantdichtheden en de mulching leidden niet tot een significant verschil op vlak van opbrengst bij de gemberteelt. We konden wel opmerken dat gember gevoeliger lijkt te zijn voor rot dan kurkuma.
Deze twee nauwverwante kruiden zijn niet alleen lekker, maar staan ook gekend voor hun vele gezondheidsbevorderende effecten. Zo werkt gember goed tegen misselijkheid en maagklachten. Kurkuma daarentegen, is alom bekend als een ontstekingsremmer en natuurlijke pijnstiller. Het gele pigment in de rhizomen van de kurkumaplant, curcumine, kan ook gebruikt worden als natuurlijke kleurstof.
In het kader van het Interreg NWE-project, CurCol (Curcuma based sustainable Colors), ligt de focus op deze gele natuurlijke kleurstof van kurkuma. Dit naar aanleiding van de steeds groeiende berg aan afval dat onze oceanen en bodems teistert. De jaarlijkse productie van verpakkingsafval lijkt enkel maar toe te nemen in de wereld. Zo produceert Europa alleen al jaarlijks ca. 87 miljoen ton aan enkel verpakkingsafval. Om de druk die deze vuilnis op onze wereld uitoefent te verzachten, kijken wetenschappers naar biogebaseerde materialen die (industrieel) gecomposteerd kunnen worden. Jammer genoeg komen bij het composteren van deze materialen niet-biologisch afbreekbare, synthetische kleurstoffen vrij, die vaak toxisch zijn en zich kunnen ophopen in het milieu. In het Curcol project onderzoeken we, samen met onze partners uit Ierland, Nederland en Duitsland, de inzetbaarheid van curcumine als kleurstof in de verpakkingsindustrie.
Meer info
Saskia Buysens
In het kader van het Interreg Vb Noordwest-Europa project 'Curcuma based sustainable colours '