Persbericht NEPG
Tijdens het seizoen 2023 werden aardappeltelers geconfronteerd met moeilijke weersomstandigheden, hoge ziektedruk en stijgende kosten. De NEPG schat dat op het veld of na de oogst ongeveer 11.000 hectare aardappelen verloren zijn in de EU-04, wat neerkomt op minstens 650.000 ton aardappelen. Met de beperkte beschikbaarheid van pootgoed vormt ook de start van het nieuwe groeiseizoen 2024 alweer een grote uitdaging.
Gemiddelde productie, maar grote verschillen tussen landen
De totale productie van de 4 NEPG-landen (Nederland, Frankrijk, Duitsland en België) bedroeg in totaal 22,7 miljoen ton. Dat is 5,1% meer dan in 2022 en bijna evenveel als het vijfjarig gemiddelde. Deze cijfers houden rekening met de geschatte verliezen in de 4 NEPG-landen. De totale oppervlakte bedroeg 519.583 ha. Dat is 2,0% meer dan in 2022. De gemiddelde opbrengst in de NEPG-regio bedroegen 43,7 t/ha. Dat is 1,4% meer dan in 2022.
In tegenstelling tot de rest van het NEPG-gebied waren in Nederland de opbrengst, het areaal en dus de totale productie in 2023 lager dan in 2022. In België is de totale productie, ondanks de dramatische verliezen die veel boeren geleden hebben, met 18% gestegen. Dit dankzij een toename van het areaal met 7,9% en een betere gemiddelde opbrengst per hectare.
Stijgende productiekosten en risico's
De textuur van veel percelen werd in het najaar van 2023 beschadigd en bodemprofielen zijn verdicht door de extreem natte omstandigheden. De meeste telers realiseren zich dat het telen van aardappelen in het komende seizoen niet alleen duur, maar ook risicovol zal zijn. Dit roept de vraag op welk areaal er onder de huidige marktomstandigheden moet worden uitplant. De beste contractvoorwaarden compenseren de hogere productiekosten en de steeds groter wordende risico's niet.
Te weinig pootgoed en minder vrije aardappelen
De beschikbaarheid van pootgoed is zorgwekkend. We weten niet welk volume beschikbaar zal zijn voor de meest gebruikte rassen. Het is duidelijk dat pootgoed veel duurder zal zijn én er zijn zorgen over de kwaliteit ervan, aangezien veel pootgoed gesneden zal worden.
Het is waarschijnlijk dat handelaars, verwerkers en andere leveranciers hun klanten zorgvuldig zullen kiezen. De beschikbaarheid van pootgoed zal meer dan ooit gekoppeld zijn aan contracten. Er zal veel meer pootgoed gesneden worden, vooral in de middelgrote maten (45-55 mm), wat hoogst ongebruikelijk is.
De gevolgen van een groter aantal gesneden pootgoed op de opkomst, het aantal stengels per hectare en de totale productie kunnen een probleem vormen voor de potentiële opbrengst. Minder pootgoed en pootgoed verbonden aan contracten betekent ook dat er minder aardappelen beschikbaar zullen zijn op de vrije markt.
Bovendien breidt de verwerkende industrie verder uit. Het zal moeilijk worden om voldoende areaal te contracteren om aan deze groeiende aardappelbehoefte te voldoen. Het is duidelijk dat telers het komende seizoen nog grotere risico's lopen dan in het verleden.
Persbericht NEPG, 5 februari 2024