Einde Bintje-tijdperk door aardappelcystenaaltjes
Bij het begin van de jaren 2000 werden de problemen in België met het aardappelcystenaaltje steeds groter (vooral in Oost- en West-Vlaanderen). Bintje was toen veruit het belangrijkste ras, maar was ook vatbaar voor Globodera rostochiensis. Een vatbaar ras in een korte teeltrotatie zorgde voor steeds grotere aantallen cysten in onze bodems met valplekken en opbrengstdalingen tot gevolg.
Uitgebreide screening
Ruim 15 jaar geleden werden meer dan 2000 bodemmonsters genomen verspreid over België om de aanwezigheid van aardappelcystenaaltjes in kaart te brengen. De soort Globodera rostochiensis kwam veruit het meest voor. De tweede soort, Globodera pallida, werd toen veel minder opgemerkt.
Overschakelen op resistente rassen
Als reactie op het toenemende probleem met G. rostochiensis maakten veel telers de overstap van Bintje naar Fontane. Fontane is resistent tegen deze soort. Het aaltje prikt de wortels weliswaar aan, maar vindt bij Fontane niet de nodige voedingsstoffen om zich te vermenigvuldigen, waardoor ze afsterven. Een natuurlijke vorm van bestrijding dus. Bovendien bleek het ras ook voor de industrie een interessant ras te zijn. Ondertussen neemt Fontane naar schatting 60% van het Belgische areaal bewaaraardappelen in.
Nieuwe screening noodzakelijk
Fontane is echter alleen maar resistent tegen G. rostochiensis. Er is ook nog die andere soort, G. pallida. Daar is Fontane vatbaar voor. Op heel wat percelen werden ondertussen al 3 of 4 keer Fontane geteeld (teeltrotatie ¼). De vrees leeft dat we stilaan meer besmettingen met G. pallida zullen krijgen. Als er op één of andere manier een cyste van deze soort in een perceel terecht gekomen is (bv. via aanhangende grond van machines), dan kan deze pallida-cyste zich verder ontwikkelen tijdens de teelt van Fontane.
Dit is een gevaarlijke situatie omdat er weinig consumptierassen resistent zijn tegen G. pallida en deze resistentie bovendien slechts gedeeltelijk is.
Eerste resultaten van deze screening
Het afgelopen jaar namen Inagro en Viaverda in Vlaanderen al heel wat bodemstalen op percelen waar 10-15 jaar geleden een (zware) aantasting met aardappelcystenaaltjes werd vastgesteld. Op deze manier kunnen we nagaan hoe deze besmettingen zich verder ontwikkeld hebben.
- Heel wat van de oude besmettingen van G. rostochiensis lijken zeer goed opgekuist dankzij de inzet van resistente rassen.
- Een ruime rotatie aanhouden is gunstig om een besmetting met G. rostochiensis volledig kwijt te raken en geen verschuiving naar G. Pallida te creëren.
- Op verschillende percelen is er na een oude G. rostochiensis besmetting nu wel al een toename te vinden van G. pallida na ± 3 keer een vatbaar ras geteeld te hebben (bv. Fontane). Zo werd op één perceel in 2008 een zware besmetting met G. rostochiensis vastgesteld. In de daarop volgende jaren werd elke drie jaar Fontane geteeld. 16 jaar en 5 aardappelteelten later (voorjaar 2024) worden nog weinig cysten van G. rostochiensis gevonden, maar wel duidelijk meer G. Pallida.
- Deze verschuiving naar G. Pallida is zeker nog niet op alle percelen gestart.
We moeten ons er dus van bewust zijn dat door het telen van rassen met enkel een resistentie tegen G. rostochiensis we een nieuw probleem creëren onder de vorm van G. pallida! Een uitgebreide lijst met resistente rassen is alvast terug te vinden op Globodera (Bestrijding) - Nematoden.be
Interesse?
Ook dit najaar en tijdens de wintermaanden gaan Inagro en Viaverda weer op pad om bodemstalen te nemen. Heb je een perceel waarvan je weet dat er vroeger cystenaaltjes aanwezig waren en waarop je al meerdere jaren een resistent ras heb geteeld? Dan is het interessant om tijdig te ontdekken of er ondertussen geen G. pallida terug te vinden is. De eerste, kleine aantastingen geven namelijk nu nog geen visuele schade, maar kunnen via een bodemstaal wel gedetecteerd worden. Zo kan u een groter probleem voorkomen.
Restaarde bij inschuren
Weet dat er nog een eenvoudigere manier bestaat om na te gaan of er cystenaaltjes in uw perceel aanwezig zijn. Door aan de stortbak op regelmatige tijdstippen restaarde te verzamelen afkomstig van eenzelfde perceel (met eenzelfde ras) kan een besmetting op dat perceel gevonden worden.
Dus hebt u een verdacht perceel of een perceel met een oude besmetting, dan kan u zelf zo’n monster nemen aan de stortbak. Dan zorgen Viaverda of Inagro ervoor dat deze grond gratis geanalyseerd wordt.
Klik hier voor een instructiefilmpje rond staalname van restaarde aan de stortbak.
Dit onderzoeksproject wordt gefinancierd door de federale overheid (FOD Volksgezondheid) en wordt in nauwe samenwerking uitgevoerd door Inagro, ILVO, Viaverda en Carah.