Uien is nog altijd één van de sterkst groeiende groenteteelten in Vlaanderen. We worden echter elk jaar opnieuw geconfronteerd met andere uitdagingen. Om ons te wapenen tegen de toekomst en een duurzame, robuuste teelt te bekomen zal er de komende jaren intensief onderzoek uitgevoerd worden in de uienteelt.
‘Uien 2.0: goed begonnen is half gewonnen’ is een VLAIO LA-traject dat van start gaat op 1 december 2024. Het project is gericht op het optimaliseren van de uienteelt in Vlaanderen om een goed en kwalitatief eindproduct te bekomen. Op deze manier kunnen we de rendabiliteit in Vlaanderen verhogen. Het potentieel van de teelt is namelijk nog niet volledig benut.
Rassenkeuze als basis van een geslaagde teelt
Het aanbod aan uienrassen is vandaag heel uitgebreid. Ieder ras heeft z’n eigenschappen en kwaliteiten, maar telers zien vaak door het bos de bomen niet meer. In het project beoordelen we de meest courante rassen op gevoeligheid voor ziekten en plagen en screenen we enkele nieuwe rassen op vlak van opbrengst en kwaliteit.
Standdichtheid als grootste zorgenkindje
In een uienteelt streven we naar een standdichtheid van 70-80 planten/m². Op praktijkpercelen vinden we dergelijke plantaantallen echter weinig terug. Vaak tellen we 50-60 planten/m², voornamelijk door een slechte opkomst maar ook door verlies van planten na opkomst. Dit heeft rechtstreeks invloed op de rendabiliteit. Niet alleen is het zaad heel duur, de opbrengst en kwaliteit van het geoogste product is hieraan ook onderhevig. Zo zal een te lage standdichtheid zorgen voor meer ‘dikhalzen’.
Binnen het project trachten we het creëren van een robuust zaaibed te optimaliseren door aan de slag te gaan met diverse grondbewerkingen en zaaitechnieken. We gaan op zoek naar een zaaibed dat voldoende weerbaar is tegen de verschillende klimaatomstandigheden. De standdichtheid wordt echter ook bepaald na opkomst. Herbiciden kunnen schade aanrichten, net als mechanische onkruidbestrijding en korstbreking. We gaan aan de slag met deze technieken om ze optimaal in te zetten op vlak van efficiëntie met een minimaal effect op het plantaantal.
Beredeneerder omgaan met stikstof
Stikstof is een belangrijk voedingselement in de uienteelt. Een tekort zal rechtstreeks leiden naar opbrengstderving terwijl een te veel aan stikstof nefast is voor de waterkwaliteit van het oppervlaktewater en het grondwater, maar mogelijks ook een negatief effect heeft op de bewaarkwaliteit van de uien. De hoeveelheid stikstof in de bodem is afhankelijk van twee factoren. Enerzijds de mineralisatie, die mede in de hand wordt gewerkt door verschillende (bodem)bewerkingen. Anderzijds is er ook de stikstofbemesting gedurende het teeltseizoen die hier een grote invloed op uitoefent. Het project zal zich richten op een duurzame, beredeneerde bemesting met als doel een maximale opbrengst en kwaliteit gecombineerd met een minimaal residu van nitraat in de bodem.
Bewaren in de toekomst
Het grootste deel van het areaal wordt vandaag behandeld met maleïnehydrazide als spruitremming voor in de bewaring. Dit is een chemisch product, en chemie in de landbouw staat over het algemeen onder druk. We evalueren bestaande en nieuwe technieken om ook op lange termijn een kwalitatieve bewaring te garanderen, zodat Vlaanderen jaarrond kan genieten van regionaal geteelde uien.
Meer info
Jonas Bodyn - 09 331 60 88
Dit onderzoek kadert in het VLAIO LA-traject 'Uien 2.0: Goed begonnen is half gewonnen'