Bij de bekendmaking van de goedgekeurde VLAIO LA-trajecten scoorde de sierteeltsector 3 op 3. Viaverda kan zo met verschillende onderzoekspartners vier jaar werken aan drie belangrijke thema’s.
Het eerste thema is het ontwikkelen van een praktische IPM-strategie voor de beheersing van schadelijke bodeminsecten zoals taxuskevers, engerlingen en emelten. Viaverda bundelt haar expertise met ILVO en HOGENT in het project ‘Bodemplagen’ (Duurzame monitoring en beheersing van belangrijke bodemplagen in de openlucht sierteelt) om vanuit de kennis van de plaagbiologie goede preventieve en curatieve maatregelen te ontwikkelen voor specifieke teeltgroepen in de teelt van laan- en bosbomen, heesters, vaste planten, azalea’s en Rhododendron, zowel in vollegrond als containerteelt, en in de teelt van graszoden.
Het tweede thema is het gebruik van circulair gewonnen nutriënten uit dierlijke mest als voeding voor niet-grondgebonden teelten. Naast opwaardering van een afvalstof biedt dit kansen om minder afhankelijk te zijn van prijsfluctuaties van kunstmest. De toepassing in de tuinbouw wordt in het project ‘Hermest’ op punt gesteld met partners Inagro en VCM. Daarbij zal Viaverda specifiek de mogelijkheden in de teelt van perkplanten en sierheesters onderzoeken.
Het derde thema mikt ook op gebruik van circulaire alternatieve grondstoffen. Om de impact van het gebruik van veen in substraten te beperken, zullen Inagro, ILVO, pcfruit, PCH en Viaverda in het project ‘Alter-Peat’ duurzame, veenarme teeltsubstraten voor de champignon-, sier- en zachtfruitteelt (aardbei + houtig kleinfruit) valoriseren. We onderzoeken of het inmengen van grondstoffen uit lokale reststromen een volwaardig, duurzaam, hernieuwbaar en kostenefficiënt alternatief kan zijn. De inmenging van alternatieven zal ook een aanpassing van de irrigatie en bemestingsstrategie vereisen. Veenarme substraten hebben nu eenmaal enigszins andere fysico-chemische eigenschappen dan veensubstraten, wat aanpassingen in de teeltstrategie noodzakelijk maakt.
Deze projecten zullen in het late najaar van start kunnen gaan.