Update - stengels per struik
Als je overweegt om (deels) over te schakelen op een ander ras, verzamel dan eerst zo veel mogelijk objectieve informatie over die variëteit. Om jullie hierbij te helpen legden we dit voorjaar naar jaarlijkse gewoonte rassenproeven aan op verschillende locaties in Vlaanderen met zowel friet- en chipsrassen. Dezelfde rassen werden geplant in Kruisem (PCA), Kortrijk (Inagro) en Tongeren (PIBO Campus) en dit telkens in vier herhalingen. Op de proefbedrijven van de Vlaamse Overheid (Bertem en Lennik) alsook bij het VTI van Poperinge werden dezelfde rassen in demo (1 parallel) geplant. De chipsrassen liggen enkel in Kruisem, Kortrijk en Poperinge.
Stengels per struik
Het aantal kiemen die uitlopen na planten is een raseigenschap: het aantal stengels die gevormd worden per struik is dus niet overal even groot al werden alle rassen geplant met dezelfde grotere potermaat.
Bij de frietrassen vormt vooral Etana op elke proeflocatie de meeste stengels (gemiddeld 5). Alanis en Shepherd vormden dan weer minder dan 3 stengels per struik. De andere rassen schommelden daar tussen in.
Bij de chipsrassen werden opvallend meer stengels gevormd met het hoogste aantal voor het ras Norman (6,1) en het laagste aantal bij Papageno (3,1).
Eigenschappen
In de tabel kan je het overzicht van de rassen terugvinden met hun belangrijkste kenmerken.
Fontane en Innovator worden opgenomen als de referentierassen bij de frietrassen. Een deel van de nieuwe rassen behoren immers tot het Fontane-segment en een ander deel kunnen meer als eventuele vervanger voor Innovator gezien worden. Bij de chipsrassen hebben we VR808 als referentie gekozen.
Informeer je steeds goed in verband met de gevoeligheid voor metribuzin (actieve stof van o.a. Sencor en Artist). Innovator en VR808 zijn hiervoor zeer gevoelig (ook bij een voor-opkomst behandeling). Ook de nieuwe rassen Alanis, Armedi en Norman zijn gevoelig aan metribuzin.
Opstart proeven
De verschillende proefvelden werden geplant tussen 25 april en 24 mei.
Er wordt steeds getracht om gebruik te maken van groot pootgoed ± 35/50 mm. Voor elk ras wordt bij de kweekbedrijven de passende afstand in de rij opgevraagd alsook hun stikstofbehoefte (in vergelijking met de referenties). Vanaf dat de eerste plantjes boven komen, starten we met de opkomsttellingen. Bij bloempotgrootte wordt het aantal stengels per plant geteld. Verder in het seizoen wordt regelmatig de gewasstand beoordeeld alsook de bloei en later ook de afrijping.
In onderstaande tabel zijn de eerste waarnemingen te vinden. In Bertem verloopt de opkomst zeer moeizaam: na planten op 25 april viel er een grote hoeveelheid regen waardoor de grond zeer gecompacteerd werd. Op de andere proefvelden verloopt de opkomst heel snel. Na een drietal weken kwamen al heel wat rassen aan de oppervlakte tevoorschijn. In Lennik en Tongeren werd een opkomst van ruim 50% waargenomen. In Kortrijk stond drie kwart boven en in Kruisem zelfs bijna alle planten.
Bij de frietrassen zagen we vooral bij Fontane, Innovator, Etana en Messi een vlotte opkomst. In Tongeren kwam Innovator net iets minder snel boven. Anderzijds vertoonden Alanis, Poseidon en Shepherd een trage opkomst.
Bij de chipsrassen is het vooral Papageno die trager bovenkomt. Tussen de andere rassen was er weinig verschil op te merken.
De rassenproeven liggen aan in kader van het Landbouwcentrum Aardappelen (gefinancierd door de Vlaamse Overheid).