We naderen half mei en er moet nog veel gebeuren op het veld! Daar waar vorig jaar de vroege aardappelen ruim bloempotgrootte boven stonden, is dit nu anders. Ook de late rassen starten dit jaar met een ruime achterstand. Er wordt geschat dat landelijk momenteel de helft van het aardappelareaal geplant is, variërend - naargelang de regio - van 30% (westen) tot 70% (oosten).
Natte maart en april
In maart viel overal in Vlaanderen opvallend meer neerslag dan normaal en ook april was koud en nat. In maart noteerde het KMI 127 mm neerslag in Ukkel. Dit is meer dan het dubbele van de normale waarde van 59 mm voor maart (periode 1991-2020) en behoort daarmee tot de top 3 van de waarnemingen in maart voor die periode (bron: KMI).
De neerslagtotalen van maart en april samen varieerden volgens ons eigen Mety-netwerk tussen 122 mm (regio Diest - Bekkevoort)) en 216 mm (Heuvelland), met een gemiddelde over de stations van 132 mm. Ook in Oost-Vlaanderen, in het noorden van de provincie Antwerpen en in het zuidoosten van Limburg werden hoge neerslagwaarden genoteerd (zie kaartje - PCA/Metinet).
Bron: PCA (Metinet 2023)
Planten in mei
Ondertussen is de maand mei niet veel beter. Er viel op 7 mei lokaal al heel wat neerslag en ook de tweede week is nat. De zaai- en plantwerkzaamheden vallen dus historisch laat. De voorbije 20 jaar werd er wel eens laat geplant omwille van een onderbreking in de voorjaarswerkzaamheden, maar zelden werden de vroege rassen zo laat geplant als dit jaar. Sinds 1 mei is er hier en daar een goede start genomen, maar regionaal liggen de werkzaamheden nu weer stil.
Bron: PCA (Metinet 2023)
Te weinig groeidagen?
De meeste late aardappelen (bv. Fontane, Challenger, Markies) zullen moeite hebben om aan het vereiste aantal groeidagen te komen: 140 à 150 dagen tussen planten en loofdoden. Minder groeidagen betekent minder mogelijkheden om tot topopbrengsten te komen, tenzij het gewas de kans krijgt om tot oktober door te groeien, maar dan zullen er bij de oogst moeten risico's genomen worden.
Mei/juni 2012
Dit doet ons denken aan 2012 toen 2/3de van het aardappelareaal geplant werd in de maand mei (tot in juni). De vroege en halfvroege rassen waren weliswaar begin april de grond in gegaan, maar de meeste late aardappelen werden pas rond 22 mei geplant. Er werd dat jaar laat gerooid omdat er algemeen gewacht werd tot eind september vooraleer te loofdoden én omdat er in oktober maar weinig rooibare dagen waren (regen).
We moeten dus hopen op een zomer met voldoende vocht en matige temperaturen om een maximaal aantal groeidagen te realiseren. Elke vorm van groeistilstand (ten gevolge van droogte en hitte) zal de opbrengst alleen maar verder temperen. Een optimale teelttechniek moet altijd worden nagestreefd: verzorg je pootgoed, bemest volgens behoefte en controleer afstanden, diepte, dubbele/missers,… bij het planten.