Het komende teeltseizoen staat voor de deur en moet dus worden voorbereid. Heel wat telers vragen zich af hoe de bemesting er zal uitzien, nu de onderhandelingen over het nieuwe Mestactieplan (MAP7) nog lopende zijn. Aangezien er nog geen nieuw decreet is, werken we het komende seizoen verder binnen MAP6. De Mestbank heeft in haar wintertoelichting voor consulenten (13 december 2022) verklaart dat de normen voor 2023 dus identiek zullen zijn aan die van vorig jaar.
Nieuwe gebiedstypes
Belangrijk om weten is dat er een nieuwe kaart beschikbaar is met de gebiedstypes voor 2023-2024. Om de twee jaar wordt het gebiedstype van een afstroomgebied bepaald op basis van de grondwater- en oppervlaktewaterkwaliteit. Er wordt zowel rekening gehouden met de nitraatconcentratie van de afgelopen twee jaar als met de trend ten opzichte van de periode daarvoor.
De nieuwe kaart kleurt opvallend minder rood en oranje: het areaal in de gebiedstypes 2 en 3 daalt met 60.000 hectare ten opzichte van de periode 2021-2022 en met 40.000 hectare ten opzichte van de start van MAP6 in 2019.
Hoewel de weersomstandigheden hier zeker een rol spelen, lijkt de waterkwaliteit in heel wat gebieden dus toch te verbeteren dankzij de inspanningen van de landbouwers. Niettemin neemt het areaal in gebiedstype 0 af met 37.000 ha ten opzichte van 2019.
De nieuwe gebiedsindeling dient wel nog bekrachtigd te worden door de Vlaamse regering. De bijhorende maatregelen veranderen evenwel niet.
Zelfde maatregelen
De basismaatregel vanggewassen in gebiedstype 1, 2 en 3 blijft gehandhaafd: waar het gewas wordt geoogst voor 1 september en geen nateelt volgt, dient tegen 15 september een vanggewas te worden ingezaaid. De vanggewassenovereenkomst en equivalente maatregelen blijven bestaan en kunnen worden aangevraagd in het Mestbankloket.
Specifiek voor gebiedstype 2 en 3 zijn nog steeds vier bijkomende maatregelen van toepassing:
De daling van de bemestingsnormen voor gebiedstype 2 en 3 blijft dezelfde als die van 2022 (tabel 1).
Voor aardappel liggen de bemestingsnormen voor 2023 dan tussen 152 en 210 eenheden werkzame stikstof per ha, naargelang het gebiedstype waarin het perceel zich bevindt (tabel 2).
Het areaal waarop verplicht een vanggewas of laag-risico nateelt moet geteeld worden blijft identiek aan 2022 (tabel 3).
De landbouwer die de bemesting uitvoert (= mestrechten heeft) verbouwt ook de hoofdteelt op het perceel. Op die manier blijft een en dezelfde landbouwer verantwoordelijkheid voor bemesting en teelt.
Vanaf 1 augustus blijft het verplicht om voor elk transport van vloeibare dierlijke mest naar een perceel in gebiedstype 2 of 3 gebruik te maken van een erkend mestvoerder. Uitzonderingen hierop zijn grasland en blijvende teelten.
Hoe de bemesting in aardappelen op een correcte manier kan ingevuld worden, zal ruimschoots aan bod komen tijdens de studiemomenten van de komende weken.