Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Hoevepootgoed telen: aanmelden vóór 31 mei 2024

Hoevepootgoed telen: aanmelden vóór 31 mei 2024
Print
Zelf pootgoed telen voor eigen gebruik (=hoevepootgoed)

Telers mogen zelf pootgoed telen voor eigen gebruik/uitplant in het volgende seizoen. We spreken dan van hoevepootgoed. Dit pootgoed mag geenszins dienen voor uitplant door derden.

Om te verhinderen dat zich bij deze teelt schadelijke organismen zoals bruin- en ringrot (Ralstonia en Clavibacter) en nematoden (Meloidogyne, Globodera, …) kunnen verspreiden, houdt het FAVV toezicht. Dat betekent dat telers van hoevepootgoed moeten voldoen aan een aantal verplichtingen. Een eerste verplichting betreft de melding. Wie hoevepootgoed teelt (=vermeerdert), moet dit melden (aangeven) aan het FAVV.

Aangifte vermeerdering 2024 - FAVV

Telers die in 2024 zelf hoevepootgoed willen telen (vermeerderen), dienen dit vóór 31 mei 2024 te melden aan de lokale controle-eenheid (LCE) van het FAVV van uw provincie. Gebruik hiervoor het Formulier aangifte hoevepootgoed. Wat dien je te melden met dit formulier?

  • Herkomst van het uitgangsmateriaal (= etiket van het gecertificeerd pootgoed) + hoeveelheid.
  • Perceel waarop het pootgoed uitgeplant werd.
  • De locatie waar het geoogst hoevepootgoed de komende winter zal bewaard worden.
  • De percelen waar het pootgoed volgend seizoen zal uitgeplant worden om consumptie te telen.

Enkel wijzigingen ivm de bewaarplaats van het pootgoed en/of wijzigingen ivm de percelen waar het hoevepootgoed volgend jaar zal uitgeplant worden voor consumptie, kunnen later nog gebeuren. Deze wijzigingen kunnen doorgegeven worden tot uiterlijk 15 februari 2025.

Opgelet, soms is hoevepootgoed paspoortplichtig

Een tweede verplichting houdt verband met de paspoortplicht. In een aantal gevallen is hoevepootgoed immers paspoortplichtig. Dit plantenpaspoort wordt niet afgeleverd als een document (etiket, attest,…); het gaat enkel over een overeenkomst met het Agentschap die het gebruik toelaat van geproduceerd en bijgevolg gunstig getest hoevepootgoed.

Hoevepootgoed is paspoortplichtig als:

  • uw hoevepootgoed geteeld wordt op een perceel buiten de gemeente van uw bedrijf en de aangrenzende gemeentes
  • of uw hoevepootgoed zal bewaard worden buiten de gemeente van uw bedrijf en de aangrenzende gemeentes.
  • of uw hoevepootgoed zal bewaard worden in een opslageenheid die niet van u is of waarvoor u geen exclusief gebruik heeft
  • of uw hoevepootgoed zal gebruikt worden (uit te planten) buiten de gemeente van uw bedrijf en de aangrenzende gemeentes.

Opgelet, als uw hoevepootgoed paspoortplichtig is, moet het pootgoed op een perceel vermeerderd worden dat vrij is van aardappelcysteaaltjes. Dit moet worden aangetoond via een officiële bodemanalyse die je aanvraagt bij en laat uitvoeren door het FAVV (lokale PCE) vóór de vermeerdering van het hoevepootgoed, dus vooraleer het seizoen 2024 (de uitplant) begint. Dit gebeurt op kosten van de teler.

Later (na oogst) zullen controleurs een staal komen nemen voor analyse op bruinrot en ringrot. Dit is op kosten van de teler in geval van paspoortplicht. Ook staalname op Meloidogyne als het perceel voor productie van hoevepootgoed gelegen is in een toezichtsgebied. Op het moment van de monsternames, zal de controleur ook de algemene vereisten betreffende plantenpaspoorten en de algemene traceerbaarheidsvereisten gelinkt aan de hoevepootgoedaangifte verifiëren. Als het gaat om hoevepootgoed dat niet paspoortplichtig is, zijn de analyse op bruin- en ringrot ten laste van FAVV.

Eisen ivm perceel en bewaring

Binnen de productie-eenheid kunnen de percelen gehuurd zijn (ook in seizoenpacht), maar de opslageenheid moet exclusief “toebehoren” aan de productie-eenheid (in eigendom of in pacht: dus geen korte huur, seizoenspacht etc.). Als deze voorwaarden niet worden vervuld, is het plantenpaspoort vereist.

Buitenland

Hoevepootgoed kan niet worden uitgeplant in het buitenland. Nederland en Frankrijk laten de introductie van hoevepootgoed op hun grondgebied (vertrekkend van een ander land) niet toe, zelfs indien ze gedekt zijn door een plantenpaspoort. Deze landen accepteren enkel pootgoed geproduceerd in een ander land als ze gecertificeerd zijn. 

Kwekersrecht betalen in het jaar van uitplant voor consumptie

Telers die (in het volgende jaar) hun eigen hoevepootgoed uitplanten om consumptie van te winnen, dienen kwekersrecht te betalen aan het handelshuis dat het ras op de markt brengt. Bij eigen vermeerdering (hoevepootgoed) vertaalt dit zich in een "billijke" vergoeding die moet betaald worden aan het kweekbedrijf. De kwekersrechten voor hoevepootgoed worden centraal geïnd door Breeders' Trust dat optreedt in naam van de grootste kweekbedrijven. Op deze verplichting tot het betalen van kwekersrechten bestaan 2 uitzonderingen:

  • voor vrije rassen (bv. Bintje, …)

  • voor kleine telers (vrijstelling voor telers met pootgoedproductie die leidt tot minder dan 185 ton consumptieaardappelen)

De aangifte moet gebeuren vóór 1 juni van het jaar waarin er wordt uitgeplant voor consumptie. Indien de aangifte correct gebeurt zal een vastgesteld bedrag (afh van het ras) aangerekend worden per hectare consumptieaardappelen dat werd uitgeplant met het betreffende hoevepootgoed.

 

Meer informatie (lijst met rassen, ...) en het is terug te vinden op de website www.hoevepootgoed.be

 

Vorig Artikel Puntvervuiling voorkomen in de glastuinbouw
Volgend Artikel Nog niet de helft geplant

Comments are only visible to subscribers.