De vraag naar lokaal eiwit stijgt en ook de lokale teelt van eiwitgewassen in België zit in de lift. We willen onderzoeken of de teelt in koude serre voor deze gewassen een meerwaarde kan betekenen tegenover teelt in openlucht, want in een serre kunnen de klimatologische omstandigheden beter gestuurd worden. Daarom gaan we dit jaar opnieuw met geïnteresseerde telers aan de slag en zaaiden we verschillende eiwitgewassen in serre uit.
Voor het tweede jaar op rij werden rode nierboon, witte boon, zwarte boon, borlottiboon, kikkererwt en edamame uitgezaaid. Door omstandigheden viel de zaai, begin juni, een aantal weken later dan vorig jaar. Op wat rupsschade na, staat het gewas er gezond bij. Na de eerste ervaring met deze gewassen vorig jaar, werd dit jaar de watergift na zaai aangepast, waardoor de opkomst sterk verbeterde. Verder hebben we dit jaar het aantal rassen edamame, borlotti en kikkererwt uitgebreid, zodat we de geschiktheid voor teelt onder glas beter kunnen beoordelen.
|
|
|
|
| Foto: Witte boon |
|
Foto: Kikkererwt |
| |
|
|
|
|
|
|
| Foto: Edamame |
|
Foto: Pinda |
Momenteel zijn de meeste planten nog aan het bloeien. Tussen de rassen treden wel al verschillen op in groei, zetting en vulling. Vooral in de edamame en borlotti treden deze verschillen duidelijk naar voren. De ontwikkeling van de kikkererwt lijkt over het algemeen trager te verlopen dan vorig jaar, wat vermoedelijk te maken heeft met het uitblijven van hoge temperaturen. De planten zijn nu nog maar begonnen met de vorming van de eerste bellen. Dit jaar hebben we in de serre ook pindanoot uitgezaaid, dat net als de kikkererwt en de bonen tot de familie van de vlinderbloemigen behoort. Het teeltverloop en de oogstgegevens uit deze demonstratieve proef zullen informatie aanleveren waarmee we kunnen nagaan of voor deze teelten in serre een verdienmodel mogelijk is. Indien wel, zouden de eiwitgewassen een alternatieve zomerteelt kunnen vormen in serres, met name voor die serres die leeg blijven in de zomer.
Meer info
Lisa Heyman
Dit onderzoek werd uitgevoerd in het kader van de Operationele Groep ‘Ketenbreed Initiatief voor Plantaardig Eiwit uit Vlaamse koude serres (KIPEi)’, met steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en het Agentschap Landbouw en Zeevisserij van de Vlaamse overheid.