Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Poster groenbedekkers: effect op Meloidogyne chitwoodi en Pratylenchus penetrans

Poster groenbedekkers: effect op Meloidogyne chitwoodi en Pratylenchus penetrans
Print

In januari 2018 startte het Vlaio-onderzoeksproject ‘Beheersing van plantenparasitaire nematoden met groenbedekkers in de openluchtgroenteteelt’. Eind februari 2022 werden de laatste veldproeven afgerond.

De bevindingen uit het project werden gebundeld in enkele infoposters over de wortelknobbelnematode Meloidogyne chitwoodi, de wortellesienematode Pratylenchus penetrans en een eerste overzicht over de waardplantstatus van een aantal courant gebruikte groenbedekkers voor deze twee nematodensoorten. Een brochure over het gebruik van groenbedekkers om plantenparasitaire nematoden te beheersen wordt voorbereid.

 

Groenbedekkers: effect op Meloidogyne chitwoodi en Pratylenchus penetrans

In het Vlaio La-traject ‘Beheersing van plantenparasitaire nematoden met groenbedekkers in de openluchtgroenteteelt’ werden courant gebruikte groenbedekkers getest op hun waardplantstatus voor de wortelknobbelnematode Meloidogyne chitwoodi en de wortellesienematode Pratylenchus penetrans. We onderzochten of deze nematoden zich kunnen vermeerderen op de geselecteerde groenbedekkers in potproeven en veldproeven.

 

Meloidogyne chitwoodi

Bladrammenas met M. chitwoodi resistentie geeft zeer goede resultaten om de aantallen M. chitwoodi te laten dalen. Een korte teelt voor de zomer (april tot juli) geef een daling van de populatie met 70 tot 80%. Klassiek gebruik in het najaar en winter geeft een daling van 30 tot 50%. De grootste afname (tot 100%) kan je bereiken wanneer een voorjaarsteelt met resistente bladrammenas (april tot juli) wordt gevolgd door een zwarte braak tijdens de zomer (juli) en een najaarsteelt met resistente bladrammenas (september inzaaien). Bij hoge M. chitwoodi druk kan bladrammenas in groei achterblijven.

Na de teelt van (late) wortelen (oogst in juli of augustus) gaf het inzaaien van een M. chitwoodi resistente bladrammenas in het najaar geen afname van de populatie. Vermoedelijk blijven na de teelt van wortelen veel eitjes van M. chitwoodi achter die overwinteren in de bodem. In het daaropvolgende voorjaar komen de infectieuze tweedestadiumjuvenielen van M. chitwoodi uit deze eitjes.

Rolklaver is geen waardplant voor M. chitwoodi en zal de populatie laten dalen (natuurlijke afname). De teelt is echter zeer onkruidgevoelig en dit kan het gunstige effect teniet doen. Onkruidbeheersing is noodzakelijk.

Facelia is een matige waardplant voor M. chitwoodi. Bij een korte teeltduur (<70 dagen) tijdens de periode april tot juli kan facelia als vanggewas de populatie laten dalen. Het gewas moet dan wel tijdig vernietigd worden. Bij een langere veldperiode zal facelia M. chitwoodi in stand houden of de populatie beperkt laten toenemen.

Gele mosterd is een waardplant voor M. chitwoodi en zal de populatie laten toenemen. Bij een korte teelt (<70 dagen) tijdens de periode april - juli kan gele mosterd als vanggewas worden ingezet. Het is dan belangrijk om de gele mosterd te vernietigen alvorens M. chitwoodi nieuwe eitjes kan afzetten.

Japanse haver is een waardplant voor M. chitwoodi en zal de populatie in stand houden of laten toenemen. Bij een korte teelt (<70 dagen) tijdens de periode mei - juli kan Japanse haver net als gele mosterd als vanggewas worden ingezet maar een goede vernietiging is dan noodzakelijk om te verhinderen dat M. chitwoodi eitjes kan afzetten.

De waardplantstatus van Italiaans raaigras voor M. chitwoodi is cultivar afhankelijk. Er zijn cultivars die de populatie laten toenemen, in stand houden of laten dalen. Dit is onafhankelijk van de teeltduur en de periode van het jaar. Bij het inzaaien in het voorjaar is de onkruiddruk groter waardoor de kans op vermeerdering van M. chitwoodi op deze onkruiden toeneemt. Na de teelt van wortelen gevolgd door de teelt van Italiaans raaigras tijdens het najaar en winter, zagen we in het daaropvolgende voorjaar een sterke toename van de populatie. Vermoedelijk blijven na de teelt van wortelen veel eitjes van M. chitwoodi achter die overwinteren in de bodem. In het daaropvolgende voorjaar komen de infectieuze tweedestadiumjuvenielen van M. chitwoodi uit deze eitjes.

Rogge is een goede waardplant voor M. chitwoodi. Wanneer laat in het seizoen nog een groenbedekker wordt ingezaaid is Italiaans raaigras een betere keuze dan rogge. Indien toch rogge wordt gezaaid dan is het aangeraden om deze, zeker na een milde winter, vroeg in het voorjaar te vernietigen (februari) om de vorming van eitjes te verhinderen.

Afrikaantjes (Tagetes patula soorten) zijn geen waardplant voor M. chitwoodi en laten de populatie dalen (natuurlijke afname). Wanneer ook P. penetrans op het veld aanwezig zijn is een teelt van juli tot het najaar een uitstekende keuze om beide problemen aan te pakken. Een goede onkruidbeheersing is noodzakelijk.

 

Pratylenchus penetrans

Bladrammenas is een waardplant voor P. penetrans en houdt de populatie in stand of laat deze (licht) toenemen. Bij cultivars met M. chitwoodi resistentie zien we soms ook een daling van de populatie van P. penetrans. Daarom zijn M. chitwoodi resistentie cultivars van bladrammenas een goede keuze indien ook M. chitwoodi op het veld aanwezig is.

Rolklaver is een matige waardplant voor P. penetrans en zal de populatie in stand houden of licht laten dalen wanneer de beginpopulatie hoog is. De teelt is echter zeer onkruidgevoelig en onkruidbeheersing is noodzakelijk.

Facelia is een waardplant voor P. penetrans en laat de aantallen toenemen wanneer initieel lage aantallen P. penetrans aanwezig zijn. Bij hogere beginpopulaties bleef de populatie op peil of werd een afname van de aantallen P. penetrans vastgesteld.

Gele mosterd is een waardplant voor P. penetrans en zal de populatie laten toenemen wanneer er een lage beginpopulatie aanwezig is. Bij hogere aantallen P. penetrans blijft de populatie in stand of kan deze licht afnemen.

Het effect van Japanse haver op de populatie van P. penetrans is cultivarafhankelijk. Bij bepaalde cultivars neemt de populatie af terwijl ze bij andere cultivars net toeneemt, zeker bij lage aantallen P. penetrans.

Italiaans raaigras is een waardplant voor P. penetrans en houdt de populatie in stand of laat deze toenemen wanneer initieel lage aantallen P. penetrans aanwezig zijn. Bij hogere beginpopulaties werd een afname van de aantallen P. penetrans vastgesteld.

Rogge is een matige waardplant voor P. penetrans en zal bij lage aantallen de populatie laten toenemen.

Afrikaantjes (Tagetes patula soorten) zijn geen waardplant voor P. penetrans en zorgen bovendien voor een actieve doding van P. penetrans. Om een optimaal effect te hebben moet dit gewas 3 maand op het veld staan en uiterlijk eind juli/begin augustus worden gezaaid omwille van vorstgevoeligheid. Een goede onkruidbeheersing is noodzakelijk.

 

Wat met andere plantenparasitaire nematoden?

Tijdens de veldproeven werden de populaties van alle aanwezige plantenparasitaire nematoden opgevolgd. De gegevens die werden verzameld zullen worden geanalyseerd en gebundeld om beter advies te kunnen verstrekken bij het gebruik van groenbedekkers.

 

Meer info

Louis Lippens

Vorig Artikel Poster Pratylenchus penetrans in de groenteteelt
Volgend Artikel Beheersing van wortelknobbelaaltjes in verwarmde serres

Comments are only visible to subscribers.