Sensibiliseringscampagne rond bemesting en waterkwaliteit
Voor een efficiënte benutting van meststoffen en kalk is het belangrijk om op perceelsniveau rekening te houden met de zuurtegraad en de voedingstoestand van de bodem. Blindelings bemesten of bekalken kan negatieve gevolgen hebben voor de gewasopbrengst en -kwaliteit en verhoogt ook het risico op uitspoeling. Door een bodemstaal van de bouwvoor te laten analyseren en het bijhorende bemestings- en bekalkingsadvies op te volgen kan er optimaal worden voldaan aan de vereisten van het gewas, zonder dat meststoffen verloren gaan.
Belang van een goede bemesting en bekalking
Om te voldoen aan de steeds strenger wordende bemestingsnormen zonder in te boeten aan opbrengst en kwaliteit, is het belangrijk dat de toegediende meststoffen maximaal benut worden. De mate waarin toegediende meststoffen kunnen worden opgenomen door het gewas is afhankelijk van de voedingstoestand en zuurtegraad (pH) van de bodem.
Onder voedingstoestand verstaan we niet alleen de hoeveelheid nutriënten in de bodem, maar ook de verhouding tussen die nutriënten. Zo kan het gewas bijvoorbeeld minder goed magnesium opnemen als er te veel kalium in de bodem aanwezig is en kan er minder goed calcium worden opgenomen als het magnesiumgehalte in de bodem te hoog is.
Naast de voedingstoestand heeft ook de pH een zeer grote invloed op de benutting van de toegediende meststoffen. Zowel bij een te lage pH als een te hoge pH (overbekalking) worden bepaalde nutriënten minder goed opgenomen door het gewas.
Daardoor kan een ongunstige pH tot een belangrijk opbrengstverlies leiden. Dat blijkt uit onderstaande tabel, waar het gemiddelde opbrengstverlies voor bieten en gerst op zandleemgronden bij verschillende pH-waarden is weergegeven. Maar liefst 41,6 % van de percelen heeft een “tamelijk lage” pH en bij 18,3 % van de percelen is de pH zelfs nog lager.
De bouwvooranalyse: meten is weten
Je kan het hele jaar door een bodemstaal voor de bouwvooranalyse laten nemen. Nadat je hebt bemest of bekalkt moet je wel minstens een maand wachten om het staal te laten nemen. In het laboratorium worden de belangrijkste eigenschappen van het bodemstaal bepaald: de grondsoort, de pH, het organisch-koolstofgehalte en het plantopneembaar gehalte aan verschillende nutriënten (fosfor, kalium, magnesium, calcium en natrium) en eventueel spoorelementen. De analyseresultaten worden dan afgetoetst aan de streefzones (= optimale toestand). Bij gehaltes binnen de streefzone komt de geadviseerde bemesting meestal overeen met de export door het gewas. Als de analyseresultaten zich onder de streefzone bevinden, moet je via bemesting en/of bekalking extra investeren in je bodem om een optimale productie na te streven. Als het gehalte van een bepaald voedingselement hoger ligt dan de streefzone, kan je besparen op meststoffen. Bij een pH boven de streefzone gebruik je het best zuurwerkende meststoffen om de pH te verlagen.
Op basis van de bouwvooranalyse, krijg je een bemestings- en bekalkingsadvies voor de eerstvolgende 3 teelten. Dat advies houdt rekening met diverse factoren zoals de gewaseigenschappen en –behoeften. Zo mag je bijvoorbeeld meer bekalken voor bieten dan voor tarwe. Bij het opstellen van een advies wordt nagegaan op welk moment bekalken het best in de rotatie past. Zo wordt bijvoorbeeld vermeden dat er een grote hoeveelheid kalk wordt toegediend kort voor de teelt van aardappelen omdat dat tot een toename van schurft kan leiden. Het bekalkingsadvies wordt uitgedrukt in zuurbindende waarde (zbw) per ha. De zuurbindende waarde verschilt per kalksoort en wordt altijd vermeld op het aangekocht product.
Aandachtspunten bij bekalken:
- Snellere werking kalk:
Voor een snelle werking gebruik je het best een fijne kalksoort. Ook het inwerken van de kalk zorgt voor een sneller resultaat door een maximaal contact tussen de kalkdeeltjes en de bodemdeeltjes.
- Magnesium- of calciumgehalte corrigeren:
De keuze van de kalksoort moet afgestemd worden op het calcium- en magnesiumgehalte van je bodem. Op percelen met een eerder hoger magnesiumgehalte, maar met een calciumgehalte lager dan de streefzone verdient een kalk met een laag magnesiumgehalte de voorkeur zodat de bodem extra wordt verrijkt met calcium en niet met magnesium. Door een kalksoort te kiezen waarvan de calcium/magnesium-verhouding aansluit bij de noden van je bodem, kan je het calcium- of magnesiumgehalte op een economisch voordelige manier op peil brengen.
- Niet mengen:
Kalk mag nooit gemengd worden met meststoffen die fosfaten of sulfaten bevatten. Je mag dus geen kalk toedienen op een perceel waar recent drijfmest werd uitgereden of sulfaathoudende meststoffen (patentkali, kaliumsulfaat, magnesiumsulfaat, kieseriet,…) werden toegediend. Fosfaat en sulfaat zullen zich namelijk binden aan de kalkdeeltjes waardoor ze niet kunnen worden opgenomen door het gewas. Ook ammoniumhoudende meststoffen worden het best niet gemengd met kalk omdat dan een deel van de stikstof verloren gaat via vervluchtiging. Tussen het bekalken en bemesten last je het best een periode van 4 weken in.
Conclusie
Door te bemesten en te bekalken op basis van een bouwvooranalyse kan je met een juiste hoeveelheid aan meststoffen en kalk een optimale productie realiseren. Uit de statistieken van de Bodemkundige Dienst van België blijkt dat bijna de helft van de bodemstalen die in de periode 2012-2015 geanalyseerd werden, een pH onder de streefzone had. Dat is vergelijkbaar met de toestand van 20 jaar geleden. Dat is jammer want op tijd bekalken kan je een betere oogst opleveren. Denk eraan om de keuze van de kalksoort te maken op basis van het gehalte aan calcium en magnesium in de grond. Start met bekalken kort nadat de teelt is geoogst en profiteer van de winterperiode, dan hebben de kalkdeeltjes maximaal de tijd om hun werk te doen.
Auteurs: Jill Dillen (BDB), Stan Deckers (BDB)
Meer info