Mineralisatie van stikstof uit organische stof in de bodem maximaal benutten
Hoge nitraatresiduen in het najaar op landbouwpercelen dragen in Vlaanderen nog steeds bij tot overschrijdingen van de Europese normen voor grond- en oppervlaktewater. Deze problematiek heeft de laatste jaren geleid tot steeds strengere maatregelen die worden opgelegd aan de landbouwers, maar voor een aantal teelten (waaronder aardappelen, groenten en maïs) is het nog steeds moeilijk om hoge nitraatresiduen te voorkomen.
Een overdreven bemesting door onderschatting van de stikstofmineralisatie uit organische stof in de bodem is een van de voornaamste oorzaken voor hoge nitraatresiduen. Een belangrijke vereiste voor het formuleren van een optimale stikstofbemesting is een goede inschatting van de hoeveelheid stikstof die de bodem zal leveren tijdens en na het groeiseizoen.
De snelheid van de mineralisatie wordt immers beïnvloed door verschillende factoren, die ook interageren met elkaar:
- de fysische en chemische eigenschappen van de bodem,
- de uitgevoerde beheersmaatregelen,
- de temperatuur en het vochtgehalte in de bodem.
Algemeen doel
Algemeen willen we de bemesting nauwkeuriger kunnen uitvoeren doordat we beter rekening kunnen houden met effecten van bodem, beheer en weersomstandigheden op de stikstofvrijstelling uit organische stof in de bodem. Dit zal bijdragen tot een verlaging van de nitraatuitspoeling en een verbetering van de waterkwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Bovendien kan dit leiden tot meer zekerheid voor de toekomst van enkele belangrijke teelten in Vlaanderen.
Concrete doelen
- Een eerste doel is verkrijgen van betere inzichten in de stikstofvrijstelling uit organische stof in de bodem, zowel algemeen als meer specifiek voor de teelten aardappelen, prei en maïs, door meer kennis te verwerven over het effect van bodemeigenschappen, beheersmaatregelen en bodemvocht en bodemtemperatuur. Dit doen we door in aangelegde veldproeven met specifieke behandelingen maandelijks het mineraal stikstofgehalte in de bodem te meten.
- Een tweede doel is landbouwers toe te laten gedurende de loop van het project via een online dashboard de N-mineralisatie in een netwerk van praktijkpercelen op te volgen, in relatie tot de bodem en teelt, de weersomstandigheden en de uitgevoerde beheersmaatregelen.
- Een derde doel is een bestaand dynamisch stikstofbalansmodel verder te ontwikkelen zodat de landbouwer in staat gesteld wordt op regelmatige basis een voorspelling van de minerale stikstofvoorraad op zijn perceel te verkrijgen.
- Een vierde doel is het aanleveren van een praktijkgids voor landbouwers, adviseurs en beleidsmakers.