Welke bijbemestingsadviessystemen en -strategieën in late aardappelen lonen?
Te hoge nitraatresiduen aan het einde van de teelt van late aardappelen hebben een negatieve impact op de waterkwaliteit en zorgen ervoor dat de aardappelteler geconfronteerd wordt met bijkomende verplichtingen en kosten door regels vastgelegd binnen het Mest Actie Plan (MAP).
Het voeren van een beredeneerde bemesting van late aardappelen is dan ook het instrument om een goede aardappelopbrengst en -kwaliteit te realiseren met een zo laag mogelijk nitraatresidu. Zo’n beredeneerde bemesting start bij het verlagen van de basisbemesting voor het planten van de late aardappelen tot 70% van de behoefte en wordt vervolgd door tijdens het seizoen bij te bemesten op basis van een advies.
Hoewel tal van studies reeds hebben aangetoond dat deze aanpak werkt, wordt deze aanpak in de praktijk nog maar beperkt toegepast. Bij gebrek aan een duidelijk overzicht van welk type bijbemestingsadviezen men kan inwinnen en hoe men de geadviseerde bijbemesting best kan uitvoeren, zijn telers immers terughoudend om ermee aan de slag te gaan.
Daarom zullen het Proefcentrum voor de Aardappelteelt, Inagro en de Bodemkundige Dienst van België verspreid over Vlaanderen elk een demonstratieve proef aanleggen in 2023 en 2024. In deze proeven, gesteund door de Vlaamse overheid en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, zullen verschillende bijbemestingsadviessystemen op basis van bodem- en/of gewasanalyses gedemonstreerd worden en zal er getoond worden hoe de geadviseerde bijbemesting het best ingevuld kan worden met korrel- of bladmeststoffen, wat men kan doen bij droogte en welke rol biostimulanten in dit verhaal kunnen spelen.
Hou de websites van Inagro en BDB dus zeker ook in de gaten en/of kom langs tijdens onze demo momenten om de proeven te bezoeken en de resultaten zelf te zien!