Sensibiliseringscampagne rond bemesting en waterkwaliteit
Het komt er meer dan ooit op aan de bemesting zo juist mogelijk af te stemmen op de behoeften van het gewas. Een beperkte voorraadbemesting aangevuld met bijbemesting(en) op basis van staalnames is dé sleutel tot succes. Een landbouwer aan het woord die daar sinds kort helemaal van overtuigd is.
In het West-Vlaamse Pittem baten Frank Deconinck en Carine Patteeuw een gemengd bedrijf uit met fokzeugen, vleesvee, aardappelen en industriegroenten. Ze telen spinazie, bloemkool, wortelen en groene selder voor de diepvriesfabrieken en bleekselder voor de versnijderijen. Frank en Carine zijn allebei in een landbouwersgezin geboren, het boeren zit dus in hun genen. Ze hebben de stiel thuis geleerd. Ook het bemesten.
Een bocht van 180 graden
Het gewas mag zeker niks tekort komen. Een stevige basisbemesting bij het begin van de teelt was hier dan ook lang hét recept. Tot drie jaar geleden, toen CVBB de Brinbeek-Gistelbeek van nabij is beginnen opvolgen. CVBB-medewerker Brecht Catteeuw (Inagro) vertelt: “Er waren regelmatig overschrijdingen aan het MAP-meetpunt stroomafwaarts van deze beek (MAP-meetpunt 617090). In het kader van de intensieve aanpak van MAP-meetpunten hebben we de landbouwers met percelen in dit gebied uitgenodigd naar de waterkwaliteitsgroep om samen het probleem aan te pakken. Maar Frank stond hier niet voor te springen.” Frank: “Meer nog: ik was zelfs helemaal tegen. Maar gaandeweg kon Brecht me overtuigen om anders te gaan bemesten.”
Helemaal gewonnen voor gefractioneerd bemesten
Waar Frank vroeger zwoer bij een eenmalige bemesting bij het begin van de teelt, is hij nu helemaal gewonnen voor gefractioneerd bemesten. “We geven een beperkte voorraadbemesting vóór zaaien of planten en later, na staalname, vullen we aan.” Zo gaan er minder meststoffen verloren. Als je bijvoorbeeld in spinazie alle meststoffen vóór zaai toedient en een week later krijg je hevige neerslag, dan speel je makkelijk meer dan de helft van de meststoffen kwijt. En wat uitspoelt komt in de beek terecht en passeert later ook aan het MAP-meetpunt.
Frank Deconinck: “Die begeleiding is een echte aanrader.
Ik had er al veel eerder gebruik van moeten maken.”
Frank bemest in de verschillende teelten nog meerdere keren bij, telkens met een lage dosis. Als het gewas al sterk ontwikkeld is, past hij ook wel eens bladvoeding toe. “Je moet de plant voeding geven als hij het nodig heeft. Gefractioneerd bemesten is dé sleutel tot succes. Het is extra werk, maar doordat we minder meststoffen verbruiken scheelt het ook in onze portemonnee. Later in het seizoen zijn de meststoffen trouwens vaak ook wat goedkoper, dat is mooi meegenomen.” En wat de opbrengsten betreft loopt het ook helemaal goed. Het gefractioneerd bemesten veroorzaakt zeker geen opbrengstverlies, integendeel: door het gewas op het juiste moment te geven wat het nodig heeft, mag je net een hogere opbrengst verwachten. “Die begeleiding is een echte aanrader”, weet Frank nu. “Ik had er al veel eerder gebruik van moeten maken.”
Frank Deconinck: “Wat mij betreft mag de CVBB-werking nog verder lopen.
Iedereen vaart er wel bij. Ook het milieu.”
Van focusgebied naar niet-focusgebied
Niet alleen het gewas en de portemonnee varen er wel bij. Ook het milieu is hiermee gediend. En daar is het binnen de CVBB-werking tenslotte allemaal om te doen. Brecht: “Door de inspanningen van de landbouwers is de waterkwaliteit aan het MAP-meetpunt sterk verbeterd, waardoor het gebied nu niet-focusgebied geworden is. En dat in een regio van intensieve groenteteelt. Een mooie opsteker voor de landbouwers in dit gebied! En een voorbeeld voor hun collega’s in andere gebieden.”
Een echte believer
Frank is inmiddels een echte believer geworden. Hij heeft voor dit seizoen nu ook een CVBB-bedrijfsbegeleidingspakket aangevraagd. Niet dat zijn nitraatresidu niet goed zit, hij wil zijn teelten gewoon nog beter opvolgen. Frank: “Wat mij betreft mag de CVBB-werking nog verder lopen. Iedereen vaart er wel bij. Ook het milieu.”
Auteur: Map-man
Meer info