Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Groenbedekkers: belangrijk voor een goed nitraatresidu!

Groenbedekkers: belangrijk voor een goed nitraatresidu!
Print
Het nut van groenbedekkers is echter ruimer dan enkel als stikstofvanggewas te fungeren

Om de nitraatresidu’s in het najaar te beperken en zo ook de N-uitspoeling naar oppervlakte en grondwater te vermijden zijn groenbedekkers één van de elementen die ingezet kunnen worden. Door de opname van stikstof tijdens de groei van de groenbedekkers, wordt het verlies aan bodemstikstof tijdens de winter beperkt.

Het nut van groenbedekkers is echter ruimer dan enkel als stikstofvanggewas te fungeren. Het voorkomen van erosie, het verbeteren van de humustoestand en de structuur van de bodem zijn eveneens niet te onderschatten voordelen.

 

Tijdig inzaaien

Om een optimale opname van de reststikstof te bekomen is o.a. het zaaitijdstip een essentieel element. Het vroeger er kan gezaaid worden, hoe meer tijd de groenbedekker heeft om te groeien en dus hoe groter de N-opname kan zijn. Het zaaitijdstip hangt af van het tijdstip van de oogst van de hoofdteelt, maar wacht daarna niet met het inzaaien van de groenbedekker. Iedere dag dat er vroeger gezaaid kan worden geeft een meerwaarde aan de groenbedekker.

 

Soort groenbedekker

De keuze inzake groenbedekker hangt af van verschillende factoren. Zo bepaalt het zaaitijdstip welke groenbedekker je kan gebruiken. Bij een zaai in augustus heb je de keuze uit quasi alle soorten groenbedekkers. Op dat moment kan je alle bladrijke groenbedekkers (bvb: gele mosterd, bladrammenas, facelia) optimaal uitzaaien. Ook de vlinderbloemigen (wikke, Alexandrijnse klaver, witte en rode klaver, lupinen) hebben een vroege zaai nodig (tot begin september) om tenvolle te kunnen ontwikkelen. Grasachtigen (raaigras, Japanse haver, zomerhaver, snijrogge) zijn vrij flexibel naar inzaaidatum. Ze kunnen al ingezaaid worden in augustus, maar ook september en zelfs begin oktober biedt nog mogelijkheden. Naast het zaaitijdstip is het doel van de groenbedekker en de teeltrotatie bepalend bij de keuze.

 

Goede bodemcondities bij inzaai

Om een geslaagde ontwikkeling van de groenbedekker te bekomen zijn de bodemcondities bij inzaai belangrijk. Weersomstandigheden hebben hier een grote impact op, maar ook de bodemcompactie en verdichte lagen in de bodem werken sterk negatief op de ontwikkeling van de groenbedekker. Hierdoor worden de positieve invloeden van de groenbedekker ook beperkt. De maanden augustus en september zijn dan ook het tijdstip bij uitstek om die knelpunten in de bodem aan te pakken, op voorwaarde echter dat de weersomstandigheden het toelaten. Na een diepere bodembewerking een diepwortelende groenbedekker (bvb: bladrammenas) inzaaien zal zorgen voor een goede doorworteling van de bodemlagen.

 

Weersomstandigheden

Het weer hebben we niet in de hand en het is al evenmin te voorspellen op langere termijn, maar het kan wel een grote invloed hebben op de ontwikkeling van de groenbedekker. Uit meerjarige proeven blijkt dat natte omstandigheden na de inzaai voor bladrijke groenbedekkers (gele mosterd, facelia, bladrammenas) nefast zijn. Japanse haver, zomerhaver en de vlinderbloemigen hebben hier veel minder last van. Omgekeerd kan droogte ook een grote impact hebben op de groei van de groenbedekker. Bij droogte blijken Japanse haver, zomerhaver, snijrogge en facelia de beste ontwikkeling te hebben.

 

Bemesting

In MAP IV wordt er veel aandacht besteed aan groenbedekkers als vanggewassen van stikstof. De stelregel bij inzaai van groenbedekkers is dan ook dat een extra bemesting niet moet. Enkel bij een vroege zaai en bij lage N-voorraad in de bodem kan overwogen worden om een beperkte bemesting uit te voeren. Op graanstoppels kan dit het geval zijn (max 60 kg totale N). Na een teelt waar er nogal wat (groene) oogstresten achterblijven, zal de mineralisatie hiervan samen met de reststikstof in de bodem vaak voldoende zijn voor een snelle groei van de groenbedekker. Dus oppassen dat een mestgift geen extra problemen veroorzaakt inzake nitraatresidu.

 

Besluit

Om met groenbedekkers de strijd tegen nitraatresidu aan te gaan is het belangrijk om tijdig in te zaaien. Hoe vroeger ingezaaid, hoe groter de N-opname kan zijn. Uit proeven blijkt dat in goede omstandigheden een volgroeide groenbedekker tot 200 kg NO3-N/ha kan opnemen. Kies een snelgroeiende groenbedekker die past binnen uw bedrijfsvoering en in functie van het zaaitijdstip. Een goed groeiende groenbedekker rendeert steeds.

 

Meer info

Lore Lauwers
+32 (0)9 381 86 83

Vorig Artikel Brochure alternatieven voor invasieven
Volgend Artikel Presentatie 'Ergonomie in de preiteelt'