Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Factoren voor werking BCO’s nog niet ontrafeld

Factoren voor werking BCO’s nog niet ontrafeld
Print

Toepassen van chemische bodemontsmetting wordt hoe langer hoe moeilijker en is in sommige gevallen zelfs niet meer toegelaten. In het vierjarige ALTCHEM-project werden alternatieve methoden zoals stomen, anaerobe bodemontsmetting en biosolarisatie en -fumigatie toegepast in verschillende gronden in Vlaanderen. Daarnaast besteedden we ook aandacht aan de problematiek van toepassingen van biologische controle-organismen (BCO’s). Telers gaven namelijk aan dat er nood was aan een monitoringstechniek omdat het onduidelijk was in welke mate de BCO’s aanwezig blijven in de grond en of de concentratie toeneemt in de tijd. Kennis ontbrak ook over beïnvloedende factoren en de optimale hoeveelheid in de bodem.

Daarom was onze doelstelling een monitoringstechniek uit te werken voor verschillende BCO’s en de werking van de BCO's te optimaliseren. Als voorbeeldgewassen werden kropsla, veldsla en grondwitloof gekozen. De pathogenen die gebruikt werden om initieel de werking van de bodembehandelingen te evalueren waren Rhizoctonia solani (zwartrot), Pythium sylvaticum (vergelingsziekte) en Sclerotinia sclerotiorum (rattenkeutelziekte). In de veldproeven keken we daarnaast ook naar de werking op de bij de teler aanwezige pathogenen zoals Botrytis cinerea, Phytophthora cryptogea, en Fusarium oxysporum f. sp. lactucae (Fol).

 

Benieuwd naar de resultaten van het ALTCHEM-project? Lees dan snel het volledige artikel in Proeftuinnieuws. Proeftuinnieuws stelt het artikel tijdelijk beschikbaar voor iedereen.

 

Meer info

Jeroen Van Mullem

 

Dit onderzoek kadert in het VLAIO LA-project 'ALTCHEM: Duurzame alternatieven voor chemische bodemontsmetting'