Het wordt geen gemakkelijke planning voor wat betreft rooien en inschuren. Met een spreiding van 10 weken tussen de eerste en de laatste geplante percelen, weten we dat het rooiseizoen lang zal worden. Met de ervaringen van vorig jaar in het achterhoofd, wil niemand onnodige risico’s nemen. Toch moet de kwaliteit voldoende goed zijn, vooraleer er kan geloofdood en gerooid worden.
Het onderwatergewicht lijkt alvast op een redelijk niveau te zitten. Ondanks het korte groeiseizoen halen zelfs de percelen die pas in juni geplant werden, stilaan de ondergrens van 360 g/5kg. Ook de frietkleur is goed. De gewenste opbrengst en sortering zullen mogelijk de enigste parameters zijn die vroege loofdoding in de weg staan.
Minder gekende rassen
Omdat de bewaring van aardappelen veel zorg en opvolging vereist, is het van groot belang op voorhand te weten welke kwaliteit er in de schuur zal komen. Dit jaar moet er bijkomende aandacht zijn voor de rassen die minder goed gekend zijn. Als gevolg van het pootgoedtekort, is het rassengamma dit seizoen immers zeer divers. Neem geen onnodige risico’s en informeer u over de bewaarwaarheid van deze rassen! Hoe zit het met de blauwgevoeligheid? Wat is het te verwachten onderwatergewicht? Hoe lager het onderwatergewicht, hoe moeilijker de bewaring!
Ken uw kwaliteit!
Bemonster uw percelen! Bepaal het onderwatergewicht en beoordeel de grofte en de totale kilo’s. Misschien zitten er rotte knollen in de partij of holheid als gevolg van een te ruime plantafstand door opkomstproblemen? Hou hier rekening mee! Dit kan zeer bepalend zijn voor de inschuurvolgorde!
Leg de kwalitatief beste partijen (gezond en voldoende velvast) achteraan in de loods. Ook de vermoedelijke kiemlust dient ingeschat te worden. Partijen die tijdens de veldfase geen MH kregen, moeten bij voorkeur vooraan in de loods gelegd worden.
Goed rooiwerk
Met de oogst in het vooruitzicht is een goede voorbereiding en een laatste check-up van de infrastructuur aan de orde. Communiceer met de chauffeur van de rooier over het ras, het onderwatergewicht, de kans op stootblauw en de gevolgen van rooischade voor de bewaring (ingangspoorten voor bacteriën en schimmels). Rooien zonder schade is een belangrijke factor voor een geslaagde bewaring.
Rooi vlak onder het knolnest om gesneden knollen te voorkomen. Controleer daartoe de rooidiepte bij aanvang van elk nieuw perceel. Gesneden knollen zijn uit den boze! Ze leiden tot uitdroging, gewichtsverliezen en tarra. Bij moeilijk bewaarbare rassen zullen de snijvlakken eerder rotten (bv. bij Fontane) dan dat ze helen. Neem voldoende grond mee tot achteraan in de machine zodat de knollen niet rollen. Zoek het beste evenwicht tussen reinigen en minimaal beschadigen. Neem desnoods iets meer grond mee naar huis en laat de stortbak zijn werk doen.
Valbrekers
Valmatten in de kipper zijn een must! Dit vermindert de blauwschade met 80 à 85%. Communiceer met de chauffeur van de rooier over de aanwezigheid en de positie van de valmat in de kipper (alleen vooraan of op de volledige bodem).
Inschuurlijn
Een goede vulling en een continue productstroom zijn aangewezen. Op deze manier wordt voorkomen dat knollen voortdurend rollen en tegen elkaar botsen. Beperk de valhoogtes (<30cm) en vermijd dat knollen bij hun val op de steunrollen van de volgende band terechtkomen. Voorkom ook plotse richtingsveranderingen. Hoeken van 90° of kleiner moeten worden vermeden.
Wees streng
De periode van aardappelen inschuren is meestal een stressvolle periode met lange werkdagen, veel helpende handen en de noodzaak aan efficiëntie en rendement. In de flow van een continue aanvoer en snel inschuren is het niet altijd evident om goed kwaliteitswerk te leveren. Toch wordt tijdens die dagen de basis gelegd voor een goed verloop van de bewaring. Een voortdurende kritische houding tegenover product en werk zijn dus nodig.
Wees als teler en bewaarder streng voor uzelf en breng alleen de beste kwaliteit naar binnen: partijen zonder rot die niet zijn nat geregend tijdens de oogst. Zo kunnen straks heel wat kopzorgen voorkomen worden!