De biosnijbloemensector kent momenteel een sterke groei en is een jong segment van de sierteelt met een grote diversiteit aan bedrijven. Het verkoopseizoen start momenteel rond maart-april met de bolgewassen en eindigt bij de eerste vorst. De grootste productie geschiedt in de zomermaanden. Echter, dan valt vaak de vraag wat stil, zeker bij warme zomers, zodat er een overproductie aan biobloemen komt, dit terwijl er in de winter weinig activiteit is. De telers lossen dit nu op door bepaalde bloemen te drogen tijdens de zomer, zodat ze tijdens de winter verkocht kunnen worden in droogboeketten. Dit is een van de methodes om continuïteit in verkoop te creëren, maar ze is niet heiligmakend. Er is nood aan vers snijmateriaal tijdens de wintermaanden.
Met dit project willen we de telers helpen hun afzetperiode te verlengen. Enerzijds zal er een inventarisatie gebeuren van teelten die ook productie geven bij korte daglengte. We denken hierbij uiteraard aan winterbloeiers, groenblijvende gewassen en planten met een decoratieve waarde in de winter (denk maar aan de gekleurde takken van Cornus en de zwartblauwe bessen van struikklimop). Anderzijds trachten we met teelttechnische aanpassingen, zoals bodembedekking en overkapping, het groeiseizoen te vervroegen bij voorjaarsbloeiers (anemoon en ranonkel). De biobloemenbeschikbaarheidskalender en de teeltkalender zullen verder aangevuld worden met vroege en late teelten. Er worden eveneens demonstratiemomenten (op het PCS en bij de bedrijven) georganiseerd.