Categories
Close
Menu
Menu
Close
Zoeken...
Search

Beheersing van Fusarium oxysporum f.sp. lactucae in bladgroenten

Beheersing van Fusarium oxysporum f.sp. lactucae in bladgroenten
Contactpersoon: Saskia Buysens

+32 (0)9 381 86 81

saskia.buysens@viaverda.be
Projectpartners: PSKW, UGent, ILVO, inagro, Viaverda
Financiering: Vlaamse overheid: Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO-LA)
Projectperiode: 1/05/2020 - 30/04/2024
Print
Fossy: Systeembenadering voor de beheersing van Fusarium oxysporum f.sp. lactucae in bladgroenten

Het hoofddoel is om via het principe van de systeembenadering, een volledig geïntegreerd pakket aan oplossingen aan te bieden aan de teler om de verwelkingsziekte Fusarium oxysporum f.sp. lactucae (FOl) onder controle te houden.

Hoewel het principe van IPM (Integrated Pest Management) waardevol is, en reeds zijn waarde bewees voor ziekten en plagen op bladniveau, is het voor bodemziekten ontoereikend, vooral wat betreft het luik interventie. De externe interventie-acties onder de IPM-aanpak zijn meestal wel efficiënt op korte termijn, maar schieten vaak tekort op lange termijn of zijn onvoldoende duurzaam. Een aanpak van de ganse wijze van telen (het ‘teeltsysteem’) moet een stabiel ecosysteem garanderen, dat het uitbreken van ziekten onder controle houdt, en de behoefte aan therapeutische interventie(s) minimaliseert (Chellemi et al., 2016). De systeembenadering voor de aanpak van FOl in dit project beoogt de uitwerking van volgende vier luiken:

  1. Preventie van de introductie en verspreiding van FOl in het teeltsysteem ,
  2. Reductie van het bodeminoculum van FOl tot een niveau dat controle toelaat van de parasiet door natuurlijke biologische feed-back mechanismen
  3. Opnemen van maatregelen/acties in het teeltsysteem die de ontwikkeling bevorderen van ziektewerende micro-organismen in de bodem.
  4. Geïntegreerde bestrijding van FOl door inzet van chemische of biologische middelen tegen bepaalde ontwikkelingsstadia van de pathogeen in de meest geschikte ontwikkelingsstadia van de plant.

​Er zal een hygiëneprotocol opgesteld worden dat aantasting van nieuw geïnfecteerd bedrijven moet tegengaan, en verdere verspreiding van de ziekte op reeds aangetaste bedrijven kan beperken (bv. door uitsluiten van bepaalde erfbetreders, doeltreffende ontsmetting van machines of installaties). Daarnaast zal ook meer inzicht beschikbaar zijn omtrent de optimale rassenkeuze. Aan geïnfecteerde bedrijven zullen mogelijkheden aanreiken worden om symptoomvorming en dus opbrengstderving door Fol te vermijden, o.a. door het stimuleren van de bodemweerbaarheid.